Uitwisseling en gebruik van data in Amsterdamse parkeerketen goed geregeld

woensdag 25 juni 2014
timer 9 min
Amsterdam is op zoek naar extra ruimte in garages om de parkeerproblematiek op straat op te lossen. De gemeente wil hiertoe afspraken maken met bedrijven die over vrije parkeerruimte beschikken. Een solide informatiseringsplan zorgt ervoor dat alle betrokken publieke en private partijen over de benodigde gegevens kunnen beschikken. Met als resultaat dat de vergunninghouder meer parkeerruimte en meer parkeermogelijkheden krijgt.

Beter bereikbaar en autoluwer

De gemeente Amsterdam wil beter bereikbaar én autoluwer worden. In het centrum en in iets mindere mate in de omringende negentiende-eeuwse wijken staan meer auto’s op straat dan de stad en haar inwoners lief is. Alle inspanningen van de afgelopen decennia ten spijt, slibben nog steeds veel pleinen en straten dicht. Inwoners en bedrijven die een auto nodig hebben voor zakelijk of sociaal verkeer, raken regelmatig gefrustreerd. Wie een parkeervergunning aanvraagt, komt vaak maanden zo niet jaren op de wachtlijst terecht. En wie eenmaal een vergunning heeft, rijdt vaak rondjes op zoek naar een parkeerplaats.

 

Van straat naar garage in Parkeerplan Amsterdam

Het Parkeerplan Amsterdam, dat de gemeente in 2012 gepresenteerd heeft, zoekt de oplossing voor de parkeerproblemen onder de grond. In de parkeergarages die gemeente en commerciële bedrijven exploiteren is vaak ruimte vrij. Dat geldt ook voor al die bedrijfsgarages en –terreinen die na kantooruren leeglopen. Zet die ruimte in voor inwoners met een parkeervergunning en de stad wordt in één klap autoluwer en beter bereikbaar. In het centrumgebied alleen al levert het openstellen van gemeentegarages en geleende of gehuurde capaciteit in bedrijfsgarages 3.300 extra parkeerplaatsen op. Bestaande nieuwbouwplannen voegen de komende vijf jaar nog eens 1.700 ondergrondse parkeerplaatsen toe. En door vergunninghouders die hun auto relatief weinig gebruiken tegen een korting aan te moedigen op een parkeerlocatie aan de rand van de stad te parkeren, verwacht Amsterdam nog eens 500 plaatsen in het centrum vrij te maken.

 

Beoogd resultaat in 2020

Het treffen van arrangementen met de exploitanten van openbare- en bedrijfsgarages is in volle gang. Het beoogde resultaat moet al in het jaar 2020 zijn gerealiseerd. Een deel van de ‘winst’ wordt gebruikt om meer ruimte op straat te scheppen, door daar 1.700 plaatsen te laten vervallen. Dat geeft een nieuwe impuls aan de hoog gewaardeerde ruimte om te spelen, fietsen, op een bankje te zitten en van een bevrijd straatbeeld te genieten. De overige 3.800 nieuw gecreëerde plaatsen helpen de wachtlijst verkorten en het zoekverkeer te verminderen. Dit alles beperkt zich vooralsnog tot het centrum van de stad. De gemeente liet het bij monde van verantwoordelijk wethouder Eric Wiebes nadrukkelijk aan het nieuwe, net aangetreden gemeentebestuur over om voor de periode na 2020 slimme parkeeroplossingen te creëren voor de omliggende wijken. Het ingezette Parkeerplan is een eerste stap in een veel langer en breder lopend initiatief om zowel de bereikbaarheid als de leefbaarheid van de stad te verbeteren.

 

Informatie is de sleutel

Het grote knelpunt bij zo’n slimme parkeeroplossing waar veel partijen direct of indirect betrokken zijn, is de informatievoorziening. De bedrijven die hun garages openstellen, zullen de vergunninghouders op kenteken moeten herkennen en volgens uniforme procedures toegang moeten verlenen. Providers van parkeerdiensten die zorgen voor parkeerrechten en de betaling daarvan, hebben gegevens over gebruik nodig. Navigatiediensten, zowel van de gemeente als commerciële providers als TomTom of Google, hebben van alle betrokken partijen actuele gegevens over de vrije parkeerruimte nodig, zodat zij automobilisten snel naar een passende parkeerplaats kunnen dirigeren. De beheerders van de parkeerlocaties waar men kan langparkeren, moeten vergunninghouders herkennen, zodat die hun ‘bonus’-korting ontvangen voor parkeren aan de rand van de stad. En de gemeente heeft van alle ketenpartijen macrodata nodig, om te bepalen of haar beleid effectief is, of de capaciteit voldoende is en of aanvullende maatregelen nodig zijn.

 

‘The Amsterdam model’

De basis voor de benodigde informatisering is er. De gemeente Amsterdam is al jaren bezig met het digitaliseren van het parkeren en kan gerust worden beschouwd als een van de koplopers. Niet voor niets wordt in het buitenland met grote belangstelling gekeken naar ‘the Amsterdam model’. De uitgifte van vergunningen en tijdelijke parkeerrechten op straat gebeurt volledig elektronisch op basis van het kenteken, betaling verloopt via bankpas, creditcard of parkeerprovider en de handhaving is geautomatiseerd door het scannen van kentekens die vervolgens op geldig parkeerrecht worden gecontroleerd in een centrale database, het NPR. De gemeente stelt inmiddels ook eigen parkeergarages open voor vergunninghouders, al even ‘ticket-loos’ met registratie en toegang op elektronische kentekenherkenning. De grote slag die nu gemaakt moet worden is dat tal van bedrijven een bijdrage gaan leveren aan dit grenzeloze parkeren. Dat vereist goede samenwerking in de hele keten die onderbouwd is met heldere informatiestromen.

 

Hoge eisen en strenge condities

Aan de uitwisseling van gegevens wordt hoge eisen gesteld. Gegevens over individuele parkeeracties vertellen wie waar op welk moment is en zijn dus privacygevoelig. Alleen gegevens op naam en kenteken die nodig zijn voor uitgifte, verrekening en handhaving van rechten en vergunningen, kunnen worden uitgewisseld. En dan nog niet meer en niet langer dan nodig. In alle andere gevallen zijn of worden data geanonimiseerd. Binnen de privacy grenzen zullen de benodigde correcte en actuele gegevens dan wel voor elke deelnemer in de keten beschikbaar moeten zijn. De informatievoorziening kan tussen partijen variëren, afhankelijk van de rol die zij in de keten spelen, de (maatschappelijke) verantwoordelijkheden die zij dragen en de contractuele afspraken die zij gemaakt hebben. Partijen met eenzelfde rol in de keten, krijgen uiteraard gelijke toegang tot informatie. Die informatie moet vervolgens eenduidig en voor ieder leesbaar en begrijpelijk zijn. Om dat te verzekeren is bepaald dat alle partijen alle gegevens over parkeerrechten uit één bron putten: de centrale parkeerdatabase NPR die Amsterdam met andere Nederlandse gemeenten heeft ontwikkeld voor het parkeren. Alle ketenpartijen halen autorisatie voor toegang uit de Verwijsindex die aan dit NPR is gekoppeld. Het gebruik van één bron verzekert uniforme gegevens en actualiteit.

 

Uniform begrippenkader

Om te zorgen dat de ketenpartijen en hun systemen met elkaar kunnen praten, is een uniform begrippenkader afgesproken. Alle gegevensitems worden voorzien van een aantal meta-data en alle operationele gegevens worden real-time versterkt, zodat in de uitwisseling geen misverstand kan bestaan over timing en actualiteit. Zij zijn immers niet alleen bezig met het primaire proces van registreren en handhaven van parkeerrechten, maar ook met het zo nodig aanpassen van parkeermogelijkheden en capaciteit. Met name voor de gemeente is de beleidsontwikkeling relevant, het regie nemen in het realiseren maatschappelijke ambities. De gemeente moet de resultaten en effect van haar beleid kunnen meten en heeft daarvoor ook gebruiksgegevens nodig, maar alleen geanonimiseerd en alleen binnen de kaders van de privacybescherming. Al deze condities zijn vertaald in acht generieke eisen (zie kader) die het raamwerk vormen voor de informatievoorziening parkeren in Amsterdam.

 

Gebruikersvriendelijk resultaat

Wat gaat de geïntegreerde parkeerservice op basis van dit informatieplan nu veranderen in de dagelijkse praktijk van het parkeren in Amsterdam? De vergunninghouder krijgt meer parkeerruimte en meer parkeermogelijkheden. De toegang die hij of zij krijgt tot parkeergarages en op parkeerterreinen is nieuw, maar omdat registratie via kentekenherkenning verloopt, gaat dat met hetzelfde gemak als op straat. Ook in openbare garages en bedrijfsgarages kan dat geheel geautomatiseerd verlopen, met een scanner die het kenteken leest en de slagboom opent. Dankzij de elektronische registratie van in- en uitrijdende auto’s weet de garage precies hoeveel plaatsen er nog vrij zijn. Die informatie kan doorgegeven worden aan de vergunninghouder, via routeborden op straat of via navigatieservices. Die kan snel zien waar hij van een plaats verzekerd is. Op straat is die informatie maar beperkt beschikbaar: de tijdelijke parkeerrechten die in een bepaalde buurt zijn gekocht worden elektronisch geregistreerd, maar de aanwezigheid van vergunninghouders niet zodat alleen door waarneming van handhavers een accuraat beeld kan worden gevormd. De garage waarvan de parkeerder van tevoren kan zien dat er nog x plaatsen vrij zijn, is dus de veilige en zoekvrije optie.

 

Nieuwe parkeermogelijkheden

Het geïntegreerde parkeergemak on- en off-street zal behalve voor vergunninghouders in toenemende mate ook beschikbaar komen voor bezoekers die een tijdelijk parkeerrecht kopen. De gemeente onderzoekt de mogelijkheid om bij parkeergarages ook via kentekenherkenning ‘hands free’ toegang te verlenen, te registreren bij het NPR en te laten verrekenen via providers. Ook buiten de eigen wijk of buurt is er in procedure, toegang en gemak dan geen verschil meer tussen parkeren op straat of in de garage. In beide gevallen komt er geen ticket meer aan te pas en desgewenst worden de kosten verrekend via de maandelijkse factuur. Kortom: een goede informatievoorziening legt de basis voor samenwerking tussen gemeente en private ketenpartijen. Die samenwerking schept nieuwe parkeermogelijkheden die met alle elektronische gemak toegankelijk zijn. Gemak dient de mens en meer parkeerruimte in garages dient de bereikbaarheid én de leefbaarheid van de stad.

 

Eisen Informatievoorziening

  1. Gegevens die bij de gemeente aanwezig zijn worden niet aan burgers gevraagd, tenzij privacybescherming of technische overmacht dat vereisen;
  2. Alle gegevensitems worden voorzien van meta-data (betekenis, definities, gebruiksvoorwaarden): één begrippenkader voorkomt misinterpretatie;
  3. Parkeerrechten worden vastgelegd in de centrale parkeerrechten database (NPR), zodat informatie t.b.v. handhaving en managementinformatie gestandaardiseerd is;
  4. Operationele gegevensuitwisseling vindt real-time plaats; gegevensuitwisseling of –ontsluiting voor BI mag met een vertraging van dag tot een week;
  5. Elk systeem is met standaard interfaces te bevragen door (geautoriseerde) andere systemen, voor controles, autorisaties en registraties van parkeerrechten of analyse.;
  6. Autorisatie voor voertuigentoegang wordt met standaardprocedure gevraagd via de Verwijsindex met het oog op flexibiliteit en leveranciersonafhankelijkheid;
  7. Databases zijn te benaderen vanuit het Datawarehouse Parkeren of hebben de functionaliteit voor replicatie of synchronisatie. Data zijn open, minimaal intern en waar relevant ook extern;
  8. Privacybescherming heeft voorrang boven meer detaillering van beleidsinformatie: persoonsgegevens worden alleen opgeslagen bij operationele noodzaak. Ze worden ook niet onnodig gedeeld c.q. verspreid.

Auteurs: Joyce Zwaan – gemeente Amsterdam en Leo Runia – Denion