Veranderend koopgedrag gevolg voor parkeren

donderdag 22 maart 2012
timer 4 min
De stadscentra staan onder druk. Het winkelgedrag van consumenten verandert snel. Er komen minder bezoekers en ze blijven er korter. Dit heeft gevolgen voor de vraag naar en het gebruik van parkeerplaatsen. Een groeiend aantal gemeenten heeft te maken met teruglopende parkeerinkomsten. Deze ontwikkelingen zijn niet uitsluitend aan 'de crisis' toe te schrijven.  

Veranderend koopgedrag gevolg voor parkeren


Meer keuze, maar minder tijd en geld


Het snel veranderende koopgedrag is structureel en de gevolgen die dat heeft op de retail hebben verregaande invloed op de parkeerbehoefte. In 2011 is in de Randstad een nieuw koopstromenonderzoek uitgevoerd. Met bijna 70.000 enquêtes zijn de koopstromen van huishoudens in beeld gebracht en met de gegevens van Locatus de ontwikkeling van het winkelaanbod in kaart gebracht.
•    Aan de aanbodzijde ontwikkelt het niet dagelijks aanbod zich geheel anders dan het dagelijkse aanbod. Daar waar het aanbod aan supermarkten sinds 2004 een constante stijging laat zien, is in de niet-dagelijkse sector sinds 2008 een duidelijke daling zichtbaar. Voor beide sectoren geldt dat het aantal winkels afneemt, terwijl het winkeloppervlak toeneemt. Het gevolg is toenemende schaalvergroting en afnemende vloerproductiviteit (omzet per m2 WVO).
•    Het consumentengedrag laat zich samenvatten door: ‘minder tijd en nauwelijks meer geld voor niet-dagelijkse aankopen’. Omdat de groei van het aantal winkelmeters vooral plaats vindt buiten de grote centra heeft de consument meer locaties tot zijn beschikking waar hij aankopen kan doen. Ook koopt men veel meer via internet. Dit is uitgegroeid tot een serieus verkoopkanaal voor vooral niet-dagelijkse aanbod.

Dagelijks versus niet-dagelijks


Verandering van koopgedrag is van alle tijden. Het meest duidelijk is de ontwikkeling in de aankopen van dagelijkse producten, zoals eten en lichaamsverzorging. Daar waar niet zo heel lang geleden het gebruikelijk was om dat te doen bij gespecialiseerde winkels, vindt het gros van dergelijke aankopen nu plaats in supermarkten. De grote supermarkten waar men met winkelwagens boodschappen doet, zijn vooral te vinden in de centra van kleinere plaatsen of in de periferie van de grotere steden. De auto is hier dominant. In binnensteden is juist de fiets belangrijker; men koopt met mandjes.

De invloed van internet


Een vergelijkbare ontwikkeling is inmiddels ook in de non-food sector zichtbaar. Uit het koopstromenonderzoek blijkt dat binnensteden, gemeten in omzet, marktaandeel verliezen aan kleinere centra en perifere stadsdeelcentra. In tegenstelling tot de meeste binnensteden hebben deze centra, een volledig aanbod van zowel dagelijkse artikelen en de belangrijkste niet-dagelijkse artikelen.

Meer aan de hand


Er is echter meer aan de hand. Bij boodschappen verschuift de omzet van de ene fysieke locatie naar de andere. Bij winkelen neemt juist het bezoeken van de fysieke vestiging af. Internet heeft een prominente rol ingenomen bij het aanschaffen van niet dagelijkse goederen. Bekende ‘slachtoffers’ zijn de reisbureaus, Cd-winkels en de boekhandels, maar ook in de kledingbranche is de concurrentiekracht van internet groot. Voor de toekomst verwacht men dat het aantal (fysieke) winkels sterk gaat dalen. Prognoses reppen over percentages van 20% tot 40%.

Internet


Deze ontwikkelingen hebben als gevolg dat binnensteden minder bezoekers trekken, die ook nog eens korter verblijven omdat zij zich op internet hebben georiënteerd en alleen een gerichte aankoop komen doen. Of ze komen juist alleen om zich te oriënteren, om vervolgens op internet het product voor de laagste prijs te kopen.

Gevolgen voor gemeenten


Meer artikelen zijn steeds dichter bij huis te koop. Zowel letterlijk, als figuurlijk via internet. Minder klanten in het stadscentrum, die ook nog eens minder lang verblijven vragen om een frisse blik op het detailhandelbeleid van een gemeente. Hoe blijven voldoende mensen het centrum bezoeken?

Negatieve spiraal


Een afname van het winkelaanbod kan leiden tot een negatieve spiraal. Minder bezoekers > verschralend aanbod >minder bezoekers. Voor het parkeren vertaalt zich in een andere vraag en mogelijk gebruik van parkeerplaatsen. Er is dus alle reden om toekomstgericht naar detailhandel én parkeren te kijken. Niets doen is achteruitgaan. Een kritische blik is nodig op:
•    De ‘invulling’ van het centrum: Zijn traditionele functies voldoende om het centrum aantrekkelijk te houden?
•    Parkeernormen: Hebben minder klanten per vierkante meter ook gevolgen voor de parkeernormen van centrumfuncties?
•    Locatie van de parkeergelegenheid: Hoe blijft het parkeren voor het centrum optimaal gefaciliteerd, tegen zo laag mogelijke kosten en een zo hoog mogelijke kwaliteit?
Duidelijk is dat de vraag naar en het gebruik van parkeerplaatsen structureel zal veranderen. Voor zowel het retail- als het parkeerbeleid geldt dat een traditionele aanpak onvoldoende is. Het is tijd om retail en parkeren in samenhang te gaan bezien!

Tekst: Ewald Dijkstra en Bart Stek - Ecorys