Wat is het belang van de auto voor winkelcentra?

Tijdens deze bijeenkomst deelden Hans Voerknecht (CROW-KpVV), Hans van Tellingen (Strabo) en Roel van den Bekerom (gemeente Venray) aan de hand van 5 stellingen hun mening over het belang van de auto voor winkelcentra.  Ruim dertig geïnteresseerden en belanghebbenden waren daarbij aanwezig om in gesprek te gaan.

Weerstandsfactor of randvoorwaarde

Voorafgaand aan de PopUp-sessie werd er al het nodige gezegd en geschreven over het belang van de auto voor winkelcentra, waarbij met name werd ingezoomd op parkeertarieven. In veel gemeenten is dit een onderwerp van gesprek en worstelt men met de besluitvorming inzake tarieven. Venray is zo’n gemeente. Hans Voerknecht is heel duidelijk: het heeft geen zin om de parkeertarieven af te schaffen om zo meer bezoekers naar het centrum te lokken. Parkeren is volgens hem een weerstandsfactor, geen attractiefactor. “Je gaat ergens heen om iets te bezoeken, niet om ergens te parkeren.”

Hans van Tellingen noemt parkeren geen weerstandsfactor, maar een randvoorwaarde. “Het parkeren moet goed zijn, anders willen de klanten niet naar je centrum komen.” Strabo heeft onderzoek gedaan in 450 winkelcentra en –gebieden. Uit hun gegevens blijkt dat gemiddeld 45% met de auto komt en van de totale winkelomzet nemen bezoekers per auto 60% voor hun rekening. Daarbij is er verrassend genoeg weinig verschil tussen wijkcentra, stadsdeelcentra en binnensteden.”

Van Tellingen stelt daarbij dat het geen zin heeft om de parkeertarieven duurder of goedkoper te maken. “Of het nou €3,- per uur is of €3,80, dat maakt niets uit. Vaak weten mensen niet eens wat het tarief is. Het gaat erom of het gratis is of niet.” Toch ligt het volgens Voerknecht niet zo eenvoudig:  “Je moet een mix maken. Want als het centrum niet aantrekkelijk is, rijden mensen echt door, ook als het parkeren gratis is.” Verder geeft Voerknecht 4 redenen, waarom overheden het parkeren niet zouden moeten betalen: De overheden doet investeringen, die op het bordje van de ondernemers liggen; het zet gemeenschapsgeld in waar de kosten goed aan gebruikers zijn toe te delen (en waardoor ook autoloze huishoudens meebetalen), het discrimineert de fietser, voetganger en OV-reiziger en de overheid is eerder geneigd om bedrijfseconomisch onrendabele maatregelen te nemen, zoals het dimensioneren van de parkeercapaciteit op de piekbelasting, wat een erg ineffectieve besteding van het gemeenschapsgeld is .

Concurreren op tarief?

Van Tellingen geeft aan dat een gemeente als Venray wat betreft retail weinig te bieden heeft ten opzichte van  bijvoorbeeld Venlo, Eindhoven en Nijmegen.  “Deze stad kan dan de concurrentie aangaan door gunstige parkeertarieven te organiseren.” Van Tellingen weet uit onderzoek dat bij invoer van betaald parkeren, 30% teruggang in bezoekers en bestedingen te verwachten is. “Als betaald parkeren wordt afgeschaft (op alle dagen en helder gecommuniceerd) is de kans heel groot dat die 30% (grotendeels) terugkomt.”

Annemiek Verstappen van Nieuwe Zaken, een bedrijf dat zich inzet voor detailhandel en met name de winkeliers, heeft daar een andere kijk op. Zij is van mening dat het meer effect heeft om  als winkelcentrum een eigen profiel te ontwikkelen. “Dan komen de mensen vanzelf, ongeacht of er betaald parkeren geldt of niet.”

Samenwerking

Ook de rol van de gemeente  is tijdens de PopUp-sessie onderwerp van gesprek. Van Tellingen en Voerknecht zijn het er over eens: “De winkeliers, gemeente en centrummanagers moeten samenwerken.” Of, zoals Verstappen het verwoordt: “Ondernemers moeten ondernemen. Anders kun je doen met parkeren wat je wilt, maar dan gaat het toch niet werken.”
Nog meer dan zijn pleidooi voor gratis parkeren, weet van Tellingen te overtuigen met de aantoonbare successen van een strak aangestuurde, goede organisatie van het winkelgebied, zoals in Amstelveen, Veenendaal en Zoetermeer.

De noodzaak om samen te werken wordt door menigeen gedeeld. Maar daar schiet een gemeente als Venray niet direct iets mee op. Van den Bekerom geeft wel aan dat het omslaan van de parkeerkosten op de gemeenschap hem tegen de borst stuit.  “Ik moet een advies geven aan de wethouder wat betreft ons parkeerbeleid , maar eerlijk gezegd weet ik het nog niet.”

En daarmee verwoordt hij de conclusie van deze bijeenkomst: er is geen blauwdruk die voor alle winkellocaties geldt.