Wettelijk kader remt parkeerinnovatie

vrijdag 24 juni 2016
timer 5 min
Jeroen Roelands en Leendert Miedema gaan in op een ongewenste effect van te efficiënte parkeerhandhaving. De gemeente Amsterdam is zo efficient dat de naheffingsaanslag straks goedkoper is dan een dagkaart.

Amsterdam is mede door de digitalisering maar ook door te denken vanuit het functioneren van de fiscale parkeerketen al jaren koploper als het gaat om het efficiënt en effectief handhaven. Het kentekenparkeren is hierbij een zeer belangrijk element. De recente aanbesteding van de parkeerdienstverlening heeft ertoe bijgedragen dat een volgende stap klaarstaat om te worden gezet. De efficiency van de parkeerhandhaving kan zich verder ontwikkelen. Door de slimme inzet van scanauto’s, door handhaving grotendeels uit te voeren vanuit een centrale meldkamer waar de bevoegde fiscale handhavers, ondersteunt door slimme software, de beelden van de scanauto’s beoordelen en door waar nodig nog een handhaver ter plaatse te sturen om bij enige twijfel de situatie te dubbelchecken. Dit alles leidt tot een aanzienlijk grotere kans om de niet betalende parkeerder te signaleren en waar nodig te voorzien van een naheffingsaanslag die ook nog eens binnen 48 uur op de deurmat valt. 

 

Hogere betalingsbereidheid 

De nieuwe aanpak leidt tot een hogere betalingsbereidheid onder de parkeerders en meer naheffingsaanslagen terwijl minder kosten worden gemaakt voor de handhaving. Een mooie ontwikkeling waar iedereen – behalve de parkeerder die stelselmatig weigert te betalen voor het gebruik van zijn parkeerplaats – baat bij heeft. Ten eerste levert het meer parkeeropbrengsten op die gebruikt kunnen worden om de parkeervoorzieningen in Amsterdam verder te verbeteren. Ten tweede is het eerlijker, want iedereen moet betalen, en ten derde is het goedkoper want efficiënter en wie wil er nu geen efficiënte gemeente? Niemand zou je denken maar helaas pakt dat in de praktijk net anders uit want het bestaande wettelijk kader dat ten grondslag ligt aan betaald (gefiscaliseerd) parkeren blijft achter de feitelijke ontwikkelingen aan lopen. Hadden we in het verleden al moeite om het betalen van parkeerbelasting via belparkeren goed te regelen en bleek het kentekenparkeren ondanks de goede borging van de privacy ook een hot item, nu lijkt de wijze van de berekening van de hoogte van de naheffingsaanslag ook weer een rem te zetten op de technologische vooruitgang en daarmee gepaard gaande efficiency. 

 

Doorberekenen

Wat is het geval? Het besluit Gemeentelijke Parkeerbelastingen beschrijft in artikel 2 de spelregels hoe een gemeente de hoogte van een naheffingsaanslag mag bepalen. Simpel gezegd: het tarief van de naheffingsaanslag ontstaat door de gemeentelijke kosten voor handhaving en inning te delen op het begrote aantal naheffingsaanslagen per jaar. Een gemeente mag de kosten voor de handhaving, de organisatie daarvan, de inning van de naheffingsaanslagen en dergelijke doorberekenen in de hoogte van de naheffingsaanslag.

 

Bij het bepalen van de werkelijke hoogte moet een gemeente rekening houden met het aantal naheffingsaanslagen dat zij verwacht in een jaar op te leggen. Omdat in veel gevallen de gemeentelijke parkeerhandhaving relatief duur is en het aantal op te leggen naheffingsaanslagen beperkt heeft de wetgever de hoogte van de naheffingsaanslagen begrensd (in 2016 op 60 euro). Logisch, want op deze manier wordt de niet betalende parkeerder beschermd tegen een overheid die er een te dure handhavingsorganisatie op nahoudt. Maar wie beschermt de wel efficiënte overheid tegen de niet betalende parkeerder? De parkeerhandhaving in Amsterdam dreigt, mede door toekomstige innovaties, zo efficiënt en effectief te worden dat zonder aanpassingen in het wettelijk kader de naheffingsaanslag in Amsterdam op termijn wel eens goedkoper kan worden dan een dagkaart in het centrum van de stad met als gevolg dat het aantrekkelijker wordt om zonder te betalen op straat te gaan staan in plaats van te parkeren in een parkeergarage of op straat te betalen. Een dergelijke ontwikkeling ondermijnt het systeem van parkeerregulering en zorgt in feite voor een perverse prikkel richting de gemeente om haar handhavingsorganisatie maar niet al te voordelig te maken. Gemeenten dreigen nu de dupe te worden van hun eigen efficiencyslag. Dat kan en mag niet de bedoeling zijn en vergt een investering van zowel de gemeenten als de wetgever om nu snel stappen te zetten richting een wettelijk kader dat innovaties op het gebied van parkeerregulering stimuleert. 

 

De G4 gemeenten en de VNG hebben zich verenigd en zijn een lobby gestart met als doel de wet aan te passen zodat de wet weer aansluit bij de mogelijkheden die de digitalisering van het parkeren biedt. Jeroen Roelands is senior adviseur Parkeren & Locatieontwikkeling bij Goudappel Coffeng BV. Leendert Miedema is adviseur Parkeren bij Team Straatparkeren van de gemeente Amsterdam. Jeroen Roelands en Leendert Miedema zijn vanaf 2011 betrokken geweest bij het traject zoals dat in Amsterdam is doorlopen.

 

Dit artikel verscheen ook in de juni-editie van Parkeer24.

 

Het artikel is het tweede deel van een tweeluik. Download gratis deel één van het tweeluik.