De parkeermeneer: 'Hou eens op met analoog denken!'
Naast mijn werk als adviseur ben ik ook fotograaf. De docenten waar ik het vak van geleerd heb hadden elk één ding gemeen. Zij hebben hun kennis opgedaan in het analoge tijdperk. De mogelijkheden van de camera’s uit die tijd gingen niet veel verder dan het instellen van het diafragma en de sluitertijd. De lichtgevoeligheid werd bepaald door het filmrolletje dat je in de camera stak.
Veel van mijn fotovrienden hebben in dezelfde tijd opleiding en cursussen gedaan. Wat me opvalt is dat ze ‘analoog’ blijven denken. Ze maken geen, of slechts beperkt gebruik van de extra mogelijkheden die de moderne digitale camera’s bieden. Dit leidt tot analoge foto’s die digitaal zijn vervaardigd. Vaak is dat geen probleem. Een mooi portret is immers een mooi portret. Wel beperkt de fotograaf zich in zijn mogelijkheden. Met de digitale camera en beeldbewerkingstechnieken zijn oplossingen mogelijk die in het analoge tijdperk ondenkbaar waren.
Eenzelfde tendens zie ik ook bij de parkeerbeleidsmakers. Ook zij denken nog veelal analoog. Er kan met de huidige techniek meer dan er nu gebeurt. Zo is het vrij eenvoudig om vergunninghouders te laten betalen naar gebruik. Denk daarbij aan een vastrecht dat de mogelijkheid biedt om x uur per week te parkeren. Voor ieder uur extra moet worden bijbetaald. Met een dergelijke systematiek kunnen personen die de auto echt nodig hebben (en dus vaak weg zijn) tegen een redelijk tarief betalen, terwijl anderen die de auto alleen gebruiken om op zaterdag de boodschappen te halen en op zondag op familiebezoek fors meer zullen gaan betalen.
De parkeervergunning wordt hiermee, net als het uurtarief, een instrument om te sturen op de parkeerbehoefte. Een voordeel van deze aanpak is dat het ook het deelvervoer stimuleert en leidt tot minder auto’s op straat. Voorwaarde is wel dat de hele systematiek met de juiste tarieven en uren wordt ingericht. Dit zal per locatie verschillen.