Geen oog voor
Uiteindelijk ben ik vanwege studie en een eigen leven op een hele andere plek geland, maar vijf jaar geleden kwam ik weer op dat parkeerterrein. Het ziekenhuis bleek een ziekenhuisje. Het parkeerterrein waar ik als jochie van zes een hekel aan had (het was heel ver op krukken!) bleek een pleintje van niks.
Omdat het ziekenhuis zou worden opgeheven, was de parkeervraag opgelost door in de omgeving extra terreinen te gebruiken. Daardoor was het wel een eind lopen. Ik weet niet eens meer of ik moest betalen of niet. Ik weet ook niet hoe lang we erover deden om van de auto bij de polikliniek te komen. Ik weet alleen nog dat mijn vader stevig moest leunen omdat hij zijn evenwicht moeilijk kon bewaren. Er zat iets in zijn hoofd en het voorspelde niet veel goeds.
In de daarop volgende periode heb ik van verschillende ziekenhuizen de parkeerterreinen en –garages persoonlijk leren kennen. Parkeren is mijn vak en meestal let ik op de details maar bij ziekenhuizen heb ik daar vaak geen oog voor. Vraag me ook niet naar de bezettingsgraad van het parkeerterrein van het crematorium in juni 2013. Ik was weliswaar geen kind meer, maar ik had daar geen oog voor. Ook al is parkeren mijn vak, soms zijn er zaken belangrijker dan parkeren. Parkeren is dan bijzaak.
Door Marco van Burgsteden