Nieuwbouw in het centrum: maar hoe moet dat met parkeren?
De Nederlandse steden hebben een forse bouwopgave. Die wordt voor een groot deel ingevuld door inbreiding: het verdichten van de bestaande stad. Om dat mogelijk te maken, moet anders omgegaan worden met parkeernormen en parkeerbehoefte. Deelmobiliteit, gedeelde parkeerruimte en mobiliteitshubs kunnen ruimte bieden.
Door Rob de Vree, &Morgen
Nederland is volop aan het bouwen. Kantoorpanden worden tot woningen omgebouwd en lege plekken in de stad worden opgevuld door appartementen. Als de gemeente meewerkt aan de bestemmingswijziging, levert dat geen groot probleem op. Maar gemeenten vragen ook om een parkeerplan: waar laten al die extra bewoners hun auto?
Extra parkeerdruk in beeld brengen
De analyse begint bij de omgeving. Is de bereikbaarheid van de locatie goed? Is er voldoende parkeerruimte, of juist niet? En op welke tijden is het specifiek druk? Zo brengen we de bestaande situatie in beeld.
Vervolgens kijken we naar de toekomstige bewoners van de nieuwe wijk of het appartementencomplex. Wat zijn de behoeften van deze doelgroep? Wat is hun reisstijl? Doen ze alles met de fiets en het OV of zijn ze juist volledig gericht op de auto? Werken of studeren ze thuis, of zijn het forensen die elke dag op pad gaan? Zo krijgen we een beeld van de extra parkeerdruk die de ontwikkeling gaat opleveren.
Parkeren bij bedrijven en scholen
Als uit deze analyse volgt dat er kansen liggen om het aantal geplande parkeerplaatsen te verminderen en slimme combinaties te maken , kijken we naar bestaande parkeermogelijkheden in de omgeving en naar mogelijke combinaties met bedrijven, instituten of scholen in de buurt. Want waar bedrijven, winkels en scholen vooral overdag behoefte hebben aan parkeerruimte, hebben bewoners vooral in de avond een parkeerplaats nodig. We brengen diverse partijen bij elkaar en zoeken naar een oplossing die alle partijen voordeel biedt. De insteek is daarbij helder: een betere benutting van de beschikbare parkeercapaciteit. Niet de norm maar de feitelijke parkeerbehoefte staat daarin centraal, nadrukkelijk ingebed in de ambities van gemeente en ontwikkelaar met het betreffende gebied.
Deelmobiliteit en energieopslag
Ligt de bouwlocatie dichtbij een OV-knooppunt, dan is het logisch om de toekomstige bewoners te wijzen op de voordelen van het openbaar vervoer. Omdat veel mensen soms toch een auto ter beschikking willen hebben, verkennen we ook de opties voor deelmobiliteit. Is er ruimte om voldoende (elektrische) deelauto’s en deelfietsen te plaatsen? Is er de infrastructuur om deze op te laden? Is er wellicht een extra slag te maken door de auto’s ook in te zetten als energieopslag voor de te bouwen woningen? Zo ontstaat een mobiliteitshub rond het nieuw te bouwen complex, waar ook de omliggende wijk voordeel van kan hebben.
Afscheid van de eigen auto
Privé-auto’s staan zo’n 95% van de tijd stil. Wanneer mensen een woning willen kopen of huren en van tevoren weten dat er weinig parkeerplaatsen zijn, maar wél beschikbare deelauto’s en prima openbaar vervoer, zijn ze makkelijker geneigd om het zonder auto te doen. Of in elk geval afscheid te nemen van de tweede auto.
Op basis van onze analyses, het bij elkaar brengen van partijen en een goed mobiliteitsplan dat verder kijkt dan de nieuwbouw alleen, zijn gemeenten vaak bereid om af te wijken van de CROW-normen. Een goed voorbeeld is de nieuwbouw in de Merwedekanaalzone in Utrecht, vlak achter het Jaarbeurscomplex. Dankzij een goed doordacht mobiliteitsplan heeft de gemeente de parkeernorm hier vastgesteld op 0,3 auto’s per huishouden.
Stapsgewijze aanpak
Bij &Morgen hebben we veel ervaring met alternatieve mobiliteitsoplossingen, die het voor gemeenten aanvaardbaar maken om een lagere parkeernorm te hanteren. Daarbij hanteren we een stapsgewijze aanpak, wil je daar meer over weten, klik dan op deze link (https://www.enmorgen.nl/whitepapers/nieuwbouw-in-het-centrum-maar-hoe-moet-dat-met-parkeren/). Wil je een keer vrijblijvend met ons sparren over jouw parkeeruitdaging, neem dan contact op met; rob.devree@enmorgen.nl