‘Parkeersubsidie: sleutel tot beweging’

Bereikbaarheid is voor woonkwaliteit een belangrijke voorwaarde. De stedelijke omgeving is vanwege de aanwezigheid van (ov-) infrastructuur en publieke voorzieningen bij uitstek geschikt voor woningbouw. Dit leidt tot een verdere verdichting van onze steden en een toenemende druk op de openbare ruimte. Het parkeren, liefst voor de woning, tegen een lage vergoeding zoals in zo veel steden gangbaar is, past hier niet langer bij. We ontkomen er dan ook niet aan dat we de straat terug nemen en zullen onze auto’s vaker moeten parkeren in gebouwde voorzieningen.

Deze trendlijn is bekend. Toch neemt ondanks het stimuleren van ov, fiets en deelmobiliteit het aantal auto’s jaar op jaar toe. Inmiddels heeft een Nederlands huishouden gemiddeld ruim 1,1 personenauto (CBS¹).

In de stedelijke omgeving ontkomen we er niet langer aan om het gebruik van de parkeerruimte te reguleren. Als bezoeker ervaren we steeds vaker dat parkeerruimte kostbaar is. Woningbezitters genieten echter het voordeel dat zij vaak in aanmerking komen voor een parkeervergunning. De gemiddelde prijs voor een bewonersvergunning is circa € 15,- per maand. Dit terwijl de kosten van een parkeerplaats grofweg € 150,- per maand bedragen.

Duidelijk is dat de huidige prijs van een parkeervergunning gesubsidieerd is en niet in verhouding staat tot de kosten. Omdat de woningbouwopgave gepaard gaat met een enorme parkeeropgave wordt dit zichtbaar. Wanneer we solidair zijn en de kosten van het parkeren eerlijker verdelen, ontstaat een enorme kans om de woningbouw van het slot te halen en tevens het gebruik van ov en fiets te stimuleren.

¹CBS: 2023, 8,3 miljoen particuliere huishoudens, 9,1 miljoen personenauto’s

Heb je een vraag of opmerking naar aanleiding van deze blog? Neem contact op met auteur Rob Ebbing, adviseur bij Spark.