Financiën en mobiliteit: welke prikkels werken?
Zijn financiële of andere prikkels aanleiding om de auto te laten staan? Tamara Madern, lector Schuldpreventie en Vroegsignalering bij Hogeschool Utrecht, vertelt meer over het financieel gedrag van mensen en de link naar mobiliteit. “Mensen die weinig te besteden hebben zien vaak de voordelen niet van reizen met de trein in plaats van met de auto.”
Jan Willem Kerssies
Soms is het door de financiële situatie lastig om mensen te bewegen om de auto te laten staan, stelt Madern. “Tussen allerlei mobiliteitskwesties en financiën zitten verschillende linkjes. Wat je ziet is dat mensen vanuit hun werkgever bijvoorbeeld gestimuleerd worden om de trein te pakken. Ze krijgen dan bijvoorbeeld meer terug van de reiskosten en dat is goedkoper dan gebruik te maken van een auto. Maar mensen die weinig te besteden hebben denken vaak alleen maar in de korte termijn. Zij zien vaak niet de voordelen omdat het op de korte termijn geen geld oplevert in de portemonnee.”
Bos bloemen
Er moet rekening gehouden worden met wat het hoofddoel van mobiliteit is voor mensen met weinig bestedingsruimte. “Er zijn verschillende motiveringen om de auto te laten staan en soms is het voertuig de enige manier om snel op een bestemming te komen. Als je gedrag wilt veranderen moet je mensen motiveren. Dat minder vaak autogebruik pas op langere termijn geld oplevert zorgt voor een drempel om gedrag te veranderen. Als je als werkgever het gebruik van de fiets of ov wil stimuleren, zorg dan voor een snelle beloning. Geld is de belangrijkste drijfveer voor mensen die weinig te besteden hebben. Maar belonen kan ook op een andere manier. Als er geen acuut geldgebrek is dan kan stimuleren ook door een andere beloning zoals een bos bloemen aan het einde van een werkweek”, aldus Madern.
Bij mensen die weinig te besteden hebben, worden keuzes die ze maken bepaald door de korte termijn. Madern: “Als mensen stress ervaren door hun financiële situatie dan hebben ze impulsen veel minder goed onder controle. De keuze voor de auto is op het oog goedkoper dan gebruik te maken van het openbaar vervoer, waarbij bij het uitchecken meteen een enorm bedrag wordt afgeschreven. Op de langere termijn zijn de kosten voor de auto misschien wel veel hoger, maar als je weinig financiële armslag hebt kijk je daar niet naar. De investering van de auto heb je al gedaan. Met het openbaar vervoer reizen levert pas op langere termijn een besparing op. En dan hebben we ook nog met corona te maken. Mensen vinden nu de auto veel veiliger dan massaal met het ov te reizen.”
Drempels en knelpunten
Uit onderzoek blijkt dat één op de tien Nederlanders echt financiële problemen heeft en twintig procent heeft het financieel zwaar. Ze heeft een aantal tips voor gemeenten om mee aan de slag te gaan. “Voor mensen die weinig te besteden hebben moet goed inzichtelijk worden gemaakt wat het laten staan van de auto oplevert op korte termijn. Mensen weten vaak niet welke kosten er allemaal gemaakt worden voor een auto, dat gaat verder dan alleen benzine. Zorg er daarnaast voor dat de investering om het mobiliteitsgedrag te veranderen laag is en maak het ook leuk. Veel administratieve rompslomp zorgt voor drempels. Voor mensen met weinig financiële middelen zijn er de nodige regelingen en subsidies, maar deze worden vaak niet aangevraagd omdat er te veel gegevens ingevuld moeten worden en ze niet duidelijk hebben wat het oplevert. Hier moet je als gemeente rekening mee houden. Als inwoners meer financiële armslag hebben dan is de korte termijn veel minder van belang. Zij kunnen beter op de lange termijn denken en schaffen bijvoorbeeld sneller een elektrische fiets aan omdat ze de financiële middelen hebben. Maar ook aan mensen met meer bestedingsruimte moet je laten zien wat de financiële voordelen zijn. Er moet goed worden nagedacht over welke instrumenten er ingezet worden om mensen in beweging te krijgen om het mobiliteitsgedrag te veranderen.”
Bij schuldhulpverlening wordt te vaak gedacht dat mensen er alles eraan doen om kosten te besparen. “Maar de knelpunten zitten in andere zaken dan gemeenten vaak denken. Denk bijvoorbeeld aan mensen die het eerste deel van de reis per auto afleggen en het voertuig parkeren bij een station, om vervolgens verder te reizen met het openbaar vervoer. Als er dan onvoldoende parkeerplaatsen zijn bij het station, rijden mensen alsnog door naar hun bestemming. Het gebrek aan parkeerplaatsen kan dan een knelpunt zijn. Het is de kunst om de doelgroep te kennen. Ga ermee in gesprek, weet wat er allemaal speelt en ga na wat de afwegingen zijn voor bepaalde mobiliteitskeuzes”, zo besluit Madern.
Kom ook naar het Nationaal Congres Parkeren en Mobiliteit!
Tamara Madern is één van de sprekers tijdens het Nationaal Congres Parkeren en Mobiliteit op 14 oktober in De Doelen in Rotterdam. Madern zoomt in op de vraag of het verstandig is om voor verschillende doelgroepen te kiezen om zo het beoogde gedrag te stimuleren. Kijk voor meer informatie op www.parkerenenmobiliteit.nl en meld je aan.