Gehandicaptenparkeerplaats vaak verkeerd geplaatst
De gehandicaptenparkeerplaatsen in ons land leveren vaak verkeersonveilige situaties op voor mensen in een rolstoel. Dat stelt Denise Janmaat, directeur van het Nederlands Instituut voor Toegankelijkheid. De parkeerplaatsen zijn op verkeerde plekken gesitueerd en te klein, waarbij het vaak in de ontwerpfase al misgaat.
Janmaat is zelf rolstoelgebruiker en weet hoe problematisch het parkeren soms is voor mensen met een beperking. “Het meest irritante is dat veel gehandicaptenparkeerplaatsen te klein zijn, zowel bij het straatparkeren als in garages. Er is wettelijk bepaald dat er aan minstens één zijde anderhalve meter ruimte over moet zijn als je parkeert, zodat iemand met een beperking normaal uit een auto kan komen. Maar de praktijk wijst echter uit de parkeerplaatsen vaak te klein zijn. Dat geldt voor zowel straat- als garageparkeren. Ik kan zelf op veel plaatsen niet uit de auto komen door ruimtegebrek. Dat heeft er soms ook mee te maken dat de parkeerplaats naast een trottoir ligt met een te kleine of helemaal geen oprit. Dan is er te weinig ruimte tussen de auto en de stoep of kunnen rolstoelers niet zelfstandig de stoep op komen.”
‘Als iedere ambtenaar in een rolstoel zou stappen, gebeurt het nooit meer’
Soms zijn invalideparkeerplekken überhaupt niet te bereiken voor mensen met een beperking. Janmaat: “In het centrum van Den Haag zijn de ingangen van de meeste parkeergarages te laag voor rolstoelbussen. Ik heb zelf een bus van 1.95 meter hoog, dat is nog niet eens zo heel hoog. Maar ik kom met mijn bus al niet eens onder de ingang door.”
Niet geattendeerd
Vooral het straatparkeren levert de nodige verkeersonveilige situaties op, merkt Janmaat. “Omdat je soms aan de straatkant moet uitstappen wordt door onoplettendheid soms je deur er bijna uitgereden door andere weggebruikers. Dit heeft er ook mee te maken dat de melding op de weg of een verkeersbord vaak ontbreekt. Weggebruikers worden dus ook helemaal niet geattendeerd op het feit dat er een gehandicaptenparkeerplaats is. In Gouda zijn er parkeerplaatsen voor rolstoelers aangelegd langs de gracht. Dan moet je al mazzel hebben dat je aan de goede kant kunt uitstappen. Er staan dan auto’s achter je te wachten of er rijden scooters met hoge snelheid vlak langs je heen. Dat levert geregeld gevaarlijke situaties op, zeker omdat rolstoelers vaak letterlijk over het hoofd worden gezien”, aldus Janmaat.
Beter geregeld
In veel andere landen in Europa is het gehandicaptenparkeren veel beter geregeld dan in Nederland. Janmaat: “Landen als Duitsland en Italië, maar ook Kroatië zijn veel verder. In Italië zijn gehandicaptenparkeerplaatsen zo gemarkeerd dat je daar echt niet gaat staan als je geen vergunning hebt. Tussen twee naast elkaar gelegen plaatsen zit anderhalve meter ruimte aan beide kanten. Ook is er gedacht aan extra ruimte achter de auto, zodat je met de rolstoel eenvoudig uit de auto kan rijden. Italië is door de historische bouw vaak weinig toegankelijk, maar waar het kan proberen ze het wel goed te regelen. In Kroatië zijn bij gehandicaptenparkeerplaatsen bijvoorbeeld invalidentoiletten aanwezig. In Duitsland kun je met een gehandicaptenparkeerkaart in iedere plaats gratis parkeren.”
Inspanning
Volgens Janmaat zit het ook een beetje in de cultuur van deze landen om het beter voor elkaar te hebben. “Het zijn allemaal landen met een bevolking die anders omgaat met mensen met een beperking. In Italië word je te pas en te onpas gevraagd of ze je kunnen helpen. In Nederland is dat heel anders, hier moet ik vaak om hulp vragen. Nederland heeft ook als één van de laatste landen het VN-verdrag Handicap ondertekend. In de praktijk ontbreekt ook een bepaalde urgentie. Zo is er in het verleden een wetsvoorstel geweest om gehandicaptenparkeren overal gratis te maken. Dit voorstel kwam niet door de Eerste Kamer omdat men vond dat gemeenten dit moeten regelen. Het gevolg is dat ik nu van tevoren op moet zoeken waar ik kan parkeren op mijn bestemming en of ik daar al dan niet voor moet betalen. Er moet beter nagedacht worden over hoe mensen met een beperking geholpen kunnen worden. Erop uit gaan en parkeren is vaak een hele inspanning voor rolstoelers, dat wordt vaak vergeten.”
De urgentie om bijvoorbeeld parkeervakken aan te passen ontbreekt vaak, zo merkt Janmaat. “Als je melding maakt van een te klein parkeervak of een gevaarlijke locatie, dan wordt er soms acht jaar niks mee gedaan. De anderhalve meter extra ruimte wordt niet voor niks gehanteerd. De ruimte is nodig om uit de auto te komen, te draaien en te keren. Ik weet zeker dat als je iedere ambtenaar in een rolstoel zet om het te ervaren, dat het nooit weer fout gaat.” Waar we vooral naar moeten kijken is dat de maatvoering ook overal gebruikt wordt, aldus Janmaat. “Vaak gaat het bij het ontwerpen al fout. Als je de richtlijnen volgt zou je in ieder geval de juiste afmetingen moeten hebben. Vaak ontbreekt de juiste kennis, dus ik zou willen pleiten om de verantwoordelijke mensen daarin te scholen. Er is gewoon maatvoering voor een gehandicaptenparkeerplaats, als je die consequent naleeft zijn veel problemen te voorkomen. Als je zorgt voor voldoende ruimte en een juiste spreiding van de parkeerplaatsen, dan gaan we al de goede kant op”, zo besluit Janmaat.
Dit artikel is afkomstig uit het magazine Mobiliteitsplatform.