Parkeeruitspraak ACM: gemeente Hilversum speelde vals
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft de gemeente Hilversum op de vingers getikt. De gemeente hanteerde drie jaar lang te lage parkeertarieven, waarin niet alle kosten waren meeberekend. Dat is valsspelen en dat mag niet, oordeelde de ACM. De gemeente moet de tarieven nu aanpassen.
Parkeeruitbater Q-park stapte naar de ACM om de oneerlijke concurrentie aan te tonen. Die heeft twee parkeergarages en een parkeerterrein in het centrum van Hilversum, terwijl de gemeente drie parkeergarages bezit: Gooiland, Gooische Brink en Leeuwenhoek.
De gemeente rekende in de periode 2016 tot en met 2019 te lage tarieven voor deze garages. De verliezen die de gemeente maakte, compenseerde het met onder andere belastinggeld.
En dat mag dus niet volgens de Wet Markt & Overheid, meent Q-park. De ACM bevestigt dat in zijn uitspraak: gemeenten mogen best commerciële activiteiten uitvoeren, maar dan moeten ze wel kostendekkende tarieven hanteren. Nu waren niet alle kosten verrekend.
De gemeente Hilversum moet de tarieven daarom aanpassen.
Geen uitzondering
Deze wetgeving is onderdeel van de Mededingingswet en sinds 1 juli 2012 van kracht. Gemeenten hadden twee jaar de tijd om zich aan te passen aan de nieuwe wetgeving, maar die overgangsperiode is sinds 1 juli 2014 voorbij.
Desondanks gebeurt het vaker dat gemeenten geen marktconform tarief in hun parkeergarages hanteren. Zo speelde in 2017 een gelijksoortige zaak in de gemeente Veenendaal, waarbij ook Q-park zich beklaagde en de ACM de lokale overheid terugfloot.
Lees ook de blog van Spark: Het einde van gesubsidieerde parkeertarieven?