Rotterdam omarmt de mobiliteitstransitie

dinsdag 11 januari 2022

“Voor een succesvolle mobiliteitstransitie is draagvlak nodig”, zegt de Rotterdamse mobiliteitswethouder Judith Bokhove. In haar stad is de mobiliteitstransitie in volle gang. “Ik ben echt trots op de progressie die we hebben geboekt”, blikt ze terug op haar bijna afgelopen ambtsperiode. Een volgend stadsbestuur zal deze koers niet veranderen, verzekert zij.

“Bij mijn aantreden in 2018 probeerde ik vooral bestaand beleid te veranderen”, begint Bokhove haar terugblik. “Toen verplaatste nog 42 procent van de reizigers zich per auto, dan moet in 2040 op 28 procent liggen. Inmiddels zijn er al 30.000 inwoners bijgekomen en tot 2030 verwachten we nog eens 50.000 extra inwoners. Dat betekent dat we de stad moeten ontwerpen op minder auto, meer ov en meer fiets. Dat is echt een trendbreuk geweest met het verleden.

Meer inwoners betekent niet alleen dat er meer woningen moet komen, maar ook dat mensen meer reizigerskilometers afleggen binnen de stad. Corona gooide even roet in het eten en door die coronacrisis duurt het nog zo’n zeven tot acht jaar voordat we écht grote maatregelen hoeven te nemen, maar er is gewoon geen plek voor meer auto’s. We moeten dus op zoek naar slimme oplossingen, alternatief vervoer is de belangrijkste drager van mobiliteit in deze stad.”

Het tij mee

“Een andere mindset creëer je niet van de één op de andere dag, maar we nemen soms wel van de één op de andere dag ingrijpende maatregelen. Op het Maastunneltracé hebben we het aantal rijbanen voor automobilisten van vier naar twee gereduceerd in 2021 en de parkeernormen langs het tracé verlaagd. Mensen die daar wonen hebben een kortere levensverwachting, dus het was nodig. Met die maatregelen dwingen we automobilisten de ringweg te nemen. De twee vrijgekomen rijbanen gebruiken we voor hoogwaardig openbaar vervoer (hov), om tram, bus en metro aantrekkelijker te maken.

‘We zetten mooie veranderingen in gang. Het was klein beginnen, maar het draagvlak wordt steeds groter’

Natuurlijk, de verstokte automobilist kan mijn bloed soms wel drinken. Die ziet twee vrijwel lege rijbanen liggen. Maar gelukkig zijn er ook veel supporters. Steeds meer Rotterdammers schakelen vaker over van bezit naar gebruik, verplaatsen zich meer in de nabije omgeving en begrijpen dat we klimaatverandering alleen kunnen tegenaan door onze uitstoot terug te dringen en meer ruimte voor groen te creëren. We willen tenslotte wel droge voeten houden in de toekomst. Wat dat betreft heb ik als mobiliteitswethouder het tij wel mee. Over de jaren heb ik die mindset echt zien veranderen.”

Omgekeerd ontwerpen

“De Coolsingel was in het verleden een straat om de stad te doorkruizen, maar is in april 2021 vernieuwd opgeleverd als voetgangerszone. Vroeger stond de auto op één, nu is dat de mens. Dus we draaien de ontwerpplannen echt om. Zodra straten opengebroken worden, ontwerpen we het eerst op ruimte voor voetgangers, fietsers en ov. De auto komt als laatste.

In 2022 wordt 30 km per uur de norm in Rotterdam. Daar moeten we de straten dus ook op inrichten. En vanaf de nieuw te openen P+R op Rotterdam-Zuid kunnen we automobilisten opvangen en vanaf daar kunnen ze verder reizen met het ov. Het Hofplein is de eerste van zeven grote stadsprojecten dat we ook gaan herinrichten: van de grote verkeersrotonde die het was, wordt het nu een rechthoekig en groen park voor fietsers en voetgangers. Op Blaak gaan we die kant ook op. We zoeken bij de besluitvorming zo breed mogelijk draagvlak om het project te laten slagen."

Deelmobiliteit omarmen

“De ontwikkeling van deelmobiliteit hebben we in Rotterdam de afgelopen jaren omarmd. We zagen dat een vergunningensysteem nodig was, om invloed te hebben op die ontwikkeling. Met flexibele vergunningen maken we heldere afspraken met aanbieders van deelvervoer: de vervoermiddelen mogen alleen op goed zichtbare plekken in de stad en in parkeergarages geparkeerd worden en de kwaliteit moet écht op peil zijn. Nieuwe kunnen niet zomaar toetreden.

Het heeft effect: vroeger was er alleen Greenwheels, nu hebben we tien actieve deelautodiensten met zo’n 7000 gebruikers per maand. We hebben met zeven aanbieders van deelfietsen en -scooters afspraken gemaakt en er staan in totaal 6000 deelscooters op straat. Dus men is bereid te veranderen, als je het kunt aanbieden: zo’n 40 procent van de gebruikers van deelvervoer laat de eigen auto staan. Zo krijgen we meer blik van straat. Dat is het gedroomde effect.”

Breed maatschappelijk draagvlak

“Ik vind het echt mooi dat we al die veranderingen in gang hebben kunnen zetten. Het was klein beginnen, maar het draagvlak wordt steeds groter. We hebben bijvoorbeeld convenanten gesloten met het Erasmus Medisch Centrum om meer medewerkers op de fiets te krijgen, met KPN om thuiswerken aan te moedigen, veel maatschappelijke initiatieven omarmen schoon vervoer en we hebben spreidingsafspraken met hogescholen gemaakt. Dus we doen het echt niet alleen.

Dat maakt me echt trots, geeft me frisse energie. Het maatschappelijk draagvlak wordt steeds breder. Door de krachten te bundelen, kunnen we hiermee doorgaan. Dus een volgende raad (in april 2022 zijn er gemeenteraadsverkiezingen, red.) zal daar niet anders tegenaan kijken, deze ontwikkeling is niet meer terug te draaien.”

Dit artikel is eerder verschenen in het Trendboek Mobiliteit 2022. Wilt u het Trendboek nabestellen? Neem dan contact op met onze klantenservice.

Judith Bokhove, wethouder Mobiliteit in Rotterdam