Snel afgeleid zijn, gebrek aan discipline, egoïstisch handelen, afspraken niet nakomen, onvoorzichtig zijn, geen maathouden met alcohol, drugs of gamen. Deze problemen leiden doorgaans hooguit tot minder slaap, minder maatschappelijke kansen, overlast of irritatie. Behalve in het verkeer. Daar kunnen ze de oorsprong zijn van ernstige ongevallen met doden en zwaargewonden.
De verkeerde aanpak?
We hebben een uitstekend verkeerssysteem. Als iedere weggebruiker zich gedraagt zoals bedoeld binnen het systeem, dan zit een ongeval nog steeds in een klein hoekje, maar zal het aantal doden en zwaargewonden fors afnemen. Nul wordt het waarschijnlijk niet, ondanks het uitdragen van de slogans ‘Nul verkeersslachtoffers’ en ‘Maak van de 0 een punt’. Ik zou met de helft ervan al blij zijn.
De doelstellingen “een halvering aantal verkeersslachtoffers in 2030” en “0 slachtoffers in 2050” lijkt ondertussen niet meer haalbaar. Ondanks grote inzet om het verkeer veiliger te maken blijkt het dweilen met de kraan vol open. Het aantal slachtoffers neemt toe in plaats van af. In 2022 overleden er 59 meer verkeersdeelnemers als gevolg van een ongeval dan in 2018, het jaar dat tot dan toe recordhouder was.
Het liefst noem ik het aantal doden niet meer, het maakt veel minder indruk dan ik zou willen en op gemeentelijk niveau wordt het niet serieus genomen. Ik noem liever de 100.000 spoedeisende hulp-behandelingen en de ruim 20.000 zwaargewonden waarvan tenminste 30% een leven lang de gevolgen blijft ondervinden. De maatschappelijke kosten van verkeersongevallen worden geschat tussen 15 en 36 miljard euro per jaar. Ook hier zou ik met de helft blij zijn.
Onbekende oorzaken
We weten nog te weinig over het ontstaan van ernstige ongevallen. Er zijn cijfers per vervoermiddel en cijfers bij welke interactie tussen vervoermiddelen welk aantal slachtoffers te betreuren is. Het is maar de vraag of op basis van de beschikbare cijfers een conclusie getrokken kan worden over de oorzaken. Een toename in auto-fiets botsingen zegt namelijk weinig over de oorzaak van het ongeval, terwijl goed voor te stellen is dat het gewicht en snelheid van de auto een rol spelen.
Neemt het aantal slachtoffers toe, omdat fietsen gestimuleerd wordt? Neemt de kans op een ongeval en letsel toe, doordat fietsers sneller rijden? En is dat, omdat de fietser of juist de automobilist door die hogere snelheid sneller fouten maakt? Zijn automobilisten onvoorzichtiger geworden? Is het drukker geworden? Zijn we meer afgeleid of vaker onder invloed? Die vragen zijn van belang. Maar belangrijker is de oorzaken vinden die daaraan ten grondslag liggen. Alleen dan zijn de juiste maatregelen te bepalen.
Geen vooruitgang ondanks alle inspanning
Het is frustrerend dat er keihard gewerkt wordt om Nederland verkeersveiliger te maken maar een daling in slachtoffers uitblijft. De provincie Noord-Brabant bijvoorbeeld is één van de meest actieve provincies in het veiliger maken van het verkeer. Toch kregen zij de grootste stijging van het aantal slachtoffers voor de kiezen. Een belangrijke vraag is dan: Waarom werken de (gedrags)maatregelen en aanpassingen in de infrastructuur niet? Wellicht voorkomen ze een nog grotere stijging, maar ze moeten een daling inzetten.
Fundamenteel anders omgaan met investeringen
Naar mijn idee moeten we fundamenteel anders omgaan met investeringen in infrastructuur en een andere visie ontwikkelen op de oorzaken van ernstige ongevallen. Er gaat of teveel of te weinig geld naar infrastructuur. Omdat onze infrastructuur doorgaans goed is, moet een weggebruiker het wel erg bont maken om binnen de Nederlandse infrastructuur een ernstig ongeval te veroorzaken. Te hard rijden, afleiding, rijden onder invloed, kortom ongewenst gedrag is meestal een belangrijke oorzaak.
De gevolgen daarvan voorkomen door het aanpassen van infrastructuur is mogelijk, maar vraagt wel om resolute maatregelen. Bijvoorbeeld een tunnel om auto- en fietsverkeer van elkaar te scheiden of gemotoriseerd verkeer in bepaalde gebieden weren. Gemeenten hebben hiervoor onvoldoende geld en wenden het beschikbare geld vervolgens aan om bestaande infrastructuur te optimaliseren. Te weinig geld dus om zware ongevallen te voorkomen, en te veel geld voor het voorkomen van kleine ongevallen, die met goedkopere gedragsmaatregelen ook te beïnvloeden zijn.
Fundamenteel andere visie op oorzaken van ongevallen
Maatregelen om het aantal slachtoffers te verminderen zijn gericht op het direct beïnvloeden van verkeersgedrag. We proberen de snelheid naar beneden te krijgen, de aandacht omhoog en het middelengebruik omlaag. Terecht, want een afname van 5 km/u samen met een halve seconde sneller reageren is het verschil tussen net op tijd stilstaan (als iemand 50 reed) of botsen met 48 km/u (voor degene die 55 km/u reed). Maar met de doorsnee maatregelen bereiken we echter niet de verkeersdeelnemer die grote overtredingen maakt.
We moeten daarom problemen in het verkeer anders benaderen: vanuit onze maatschappelijke problemen die een verwoestende uitwerking kunnen hebben in het verkeer. Snel afgeleid zijn, gebrek aan discipline en zelfinzicht, egoïstisch handelen, afspraken niet nakomen, onvoorzichtig zijn, geen maathouden in alcohol, drugs of gamen. Geen enkele infrastructuur en geen enkele onbewuste gedragsmaatregel kan daartegen op.
De negatieve trend in verkeersslachtoffers omkeren gaat alleen lukken als we grip krijgen op deze problemen. En misschien denkt u nu: dat gaat toch nooit lukken? Dat is een veel te grote opgave! Waarschijnlijk wel, maar tegelijkertijd geldt: aan blijven modderen voorkomt alleen de klein “onschuldige” ongevallen.