Hennepborden na 20 jaar volledig composteerbaar

HR Groep Streetcare is een traditioneel familiebedrijf dat in de jaren 70 is begonnen met het produceren van metalen platen, verkeersborden en palen. “We werkten vroeger met veel giftige chemicaliën en  beschermingsmiddelen waren in die tijd nog niet zo gangbaar omdat de risico’s niet bekend waren”, vertelt Goddijn. Door het overlijden van familieleden erfde hij het bedrijf. “Een direct verband tussen hun overlijden en de chemicaliën is overigens niet te leggen. Het was voor mij echter wel een intrinsieke motivatie om de hoeveelheid gif terug te brengen.”

Duurzaamheidstransitie

In de 35 jaar dat hij er nu werkt, heeft Goddijn een ware duurzaamheidstransitie meegemaakt; niet alleen in het productieproces, maar ook in relaties. “Het gaat hierbij niet alleen om de relatie met jezelf, maar ook met de organisatie en met de klanten. Vroeger ‘leefden mensen om te werken’, nu ‘werken mensen om te leven’. Steeds meer mensen zijn zich bewust van hun privé-werkbalans. Dat betekent dat zij daardoor een hele andere mindset hebben, wat ook een nieuw niveau van verantwoordelijkheid van ons vraagt.”

Verkeersborden recyclen

Vroeger werd een verkeersbord aan het einde van de levensduur opgehaald en gerecycled, inclusief de folies die nog schadelijke stoffen bevatten. “Het aluminium kon dus toch niet volledig worden gerecycled.” Dat moest anders, vonden ze bij HR Groep Streetcare. De borden bleven steeds vaker staan, en kregen gewoon een nieuwe sticker eroverheen geplakt. “Zo zitten er soms drie stickers over elkaar op een bord”, illustreert Goddijn. Het bedrijf ging daarnaast over op milieuvriendelijkere borden, zoals borden van bamboe, gerecycled plastic en afval, gerecycled aluminium en hennep. “De hennep was eigenlijk een idee ingegeven door Rijkswaterstaat. Op het oude terrein van AkzoNobel in Arnhem zaten allemaal start-ups. Een van die bedrijfjes was bezig met biologische kerosine. Wat overbleef, was een soort hars. We dachten: ‘Als we de hennep nu impregneren met die hars?’ Dat bleek een goede combinatie.” De hennepborden hebben hierdoor een technische levensduur van minimaal 20 jaar en zijn volledig composteerbaar. 

Slimmer werken

Duurzaamheid is steeds verder doorgedrongen in de organisatie. “Voor het komende jaar moeten we in mijn ogen vooral slimmer werken”, zegt Goddijn, “hiermee bedoel ik proactiever en anders gaan werken door opdrachten te bundelen, zodat we minder vervoersbewegingen maken.” Volgens Goddijn zijn we met z’n allen gewend geraakt aan het ‘webshop’-bestellen: vandaag bestellen, morgen in huis. Dit bestelgedrag heeft ertoe geleid dat gemeenten geen voorraden van borden meer aanleggen. “In een aanbesteding wordt nu vaak verplicht gesteld dat we binnen 24 uur moeten leveren. Dan bestelt de gemeente iedere dag een paal. Ja, dat kost ontzettend veel geld en belast het milieu door de vele transportbewegingen. Dus enkel het opschrijven in een bestek dat het duurzaam moet, leidt niet tot succes.” Volgens Goddijn moet er pragmatischer over worden nagedacht. “Eigenlijk gaan we dan weer terug naar hoe het vroeger was, dat was veel duurzamer.” Dit is volgens hem een belangrijke ontwikkeling voor 2025.

Nieuwe productievestiging

In 2025 staat ook de bouw van een nieuwe productievestiging op de planning. Dit pand komt in het Groningse Westerkwartier te staan en moet straks aan alle duurzaamheidseisen voldoen. “We gaan daar in onze productieprocessen ook voor een belangrijk deel over op hennep in plaats van aluminium. Daarmee maken we zogenaamde ‘Natural Traffic Signs’ (NTS)”, legt hij uit. “In Groningen wordt de hennep geteeld. De hennepresten verweven we dan samen met een bindmiddel - in dit geval de biogebaseerde hars - tot een mat. De bedoeling is dat wij die dan, op de nieuwe locatie, ook zelf afpersen tot een bord.” Deze borden zijn een hoogwaardig, circulair en CO₂ -negatief product en vormen een uitstekend alternatief voor aluminium borden. “Er kunnen ook twee keer meer Natural Traffic Signs dan aluminiumborden worden vervoerd per vrachtwagen. Dit betekent minder vervoersbewegingen, minder manuren en dus minder brandstof.” 

Dat brengt Goddijn gelijk bij een laatste aspect, het transport. “We zijn bezig om onze uitstoot te beperken door elektrische bussen in te zetten. Dat scheelt al een heleboel”, aldus Goddijn. “Dit is nu een hot topic door de invoering van de zero-emissiezones in bijvoorbeeld Amsterdam-Centrum. Het is zeker een belangrijke ontwikkeling voor volgend jaar. En vooral een intrinsieke motivatie. Ook de landelijke campagnes, zoals MoNo en BoB, die we op bijna 250 locaties onderhouden sinds de opdracht in 1992, zullen we vanaf 2025 uitsluitend met elektrisch vervoer uitvoeren.”