Om het verkeer binnen de bebouwde kom veiliger te maken, moet de snelheidslimiet op veel wegen van 50 naar 30 km/uur. Dat heeft de Tweede Kamer twee jaar geleden besloten in een motie. Hoe zorg je dat gemeenten dit plan goed kunnen uitvoeren? Om dit te realiseren zijn de provincies een belangrijke schakel.
Provincie als regisseur voor krachtiger samenspel verkeersveiligheidspartners in Zuid-Holland
De provincie Zuid-Holland heeft het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Zuid-Holland 2021-2030 opgesteld samen met de zes regio’s (Holland-Rijnland, Midden-Holland, Alblasserwaard, Drechtsteden, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee). In diezelfde lijn is de provincie in gesprek gegaan met deze regio’s over welke 50 km/u-wegen gemeenten de komende tien jaar kunnen en willen inrichten als 30 km/u-wegen. “Uit deze gesprekken bleek dat gemeenten behoefte hebben aan meer overzicht van het snelheidsregime op eigen areaal. En dat ze handvatten willen krijgen over de manier waarop ze een goede afweging kunnen maken”, aldus gedeputeerde Frederik Zevenbergen.
Het CROW heeft eind 2021 een afwegingskader opgesteld waarin wegbeheerders een handreiking krijgen aangeboden om weloverwogen keuzes te maken. Bijvoorbeeld bij het bepalen of een weg binnen de bebouwde kom een maximumsnelheid kan krijgen van 30 km/h om de verkeersveiligheid te verhogen. Dit afwegingskader bevat een schema om te bepalen of er voor de weg een verblijfsfunctie of een verkeersfunctie geldt, of dat beide functies van toepassing zijn.
Quickscan-benadering krachtig middel
In opdracht van de provincie Zuid-Holland heeft Sweco data over weg- en omgevingskenmerken verzameld. Met deze data hebben ze het afwegingsschema ‘30 km/u als leidend principe’ als een
datagedreven quickscan toegepast voor de 29 gemeenten in de zes regio’s. Dat leverde een kaarten- en tabellenboek voor elke woonkern per gemeente op: in totaal bijna 160 woonkernen. Hans Drolenga, adviseur Veilige Mobiliteit bij Sweco, vertelt: “We hebben ongeveer 15 opendatabestanden die voor iedere wijk, dorp, gemeente en regio in Nederland beschikbaar zijn aan elkaar gekoppeld en bewerkt tot de resultaten die nodig zijn in de verschillende stappen van het afwegingsschema. Hiermee hebben we de begrippen in het afwegingsschema geoperationaliseerd. Denk aan de begrippen verkeersfunctie, belangrijke ov-routes, belangrijke uitvalswegen, uitrukroutes nood- en hulpdiensten en schoolomgevingen.”
Duidelijk verschil in rollen en verantwoordelijkheden
Zevenbergen: “Als provincie vinden we verkeersveiligheid erg belangrijk. Met het uitvoeren van deze quickscan werken we risicogestuurd en zijn diverse Safety Performance Indicators voor veilige 50 km/u-wegen berekend, toegepast en beschikbaar gesteld aan de regio’s en gemeenten. We willen hiermee regio’s en gemeenten ondersteunen bij het verkeersveiliger maken van hun wegen”. En waarom is gekozen voor een quickscan als methode? Zevenbergen: “We waken ervoor dat we zelf op de stoel van de regio’s en gemeenten gaan zitten. De provincie is de aanjager en wil faciliteren. Het is uiteindelijk aan de regio’s en gemeenten zelf om de resultaten van de quickscan verder te brengen tot regionaal en lokaal toegesneden beleid. En om de resultaten al dan niet op te nemen in de uitvoeringsprogramma’s van de regio’s.” Drolenga beaamt dat: “Gemeenten hebben nu een richtinggevende praatplaat zoals we dat noemen, maar daar moet nog wel goed over worden doorgesproken met bijvoorbeeld busmaatschappijen en nood- en hulpdiensten. Het is een startpunt voor het proces om de lokale afwegingen te kunnen maken. Dat is uiteindelijk toch maatwerk.”
Resultaten
Uit de datagedreven quickscan blijkt dat voor de 29 gemeenten op 72% van de totale weglengte binnen de bebouwde kom nu al een snelheidslimiet van 30 km/h of lager geldt. Na toepassing van het afwegingskader kan dit op termijn oplopen naar ongeveer 82% (bijna 450 km extra). Hierbij gaat het om zowel de nieuwe wegcategorie gebiedsontsluitingsweg (GOW30) als erftoegangswegen (ETW30).
Bredere toepassing mogelijk
De datagedreven quickscan biedt ook mogelijkheden om andere regio’s en gemeenten te helpen in hun afwegingen om meer 30 km/u-wegen in te voeren. En dat niet alleen, ook op andere thema’s is zo’n aanpak van meerwaarde. Drolenga: “Denk bijvoorbeeld aan het inzichtelijk maken van de kosten en baten van infrastructurele maatregelen om de verkeersveiligheid op provinciale N-wegen aan te pakken. Zoals het aanbrengen van een fysieke rijbaanscheiding, of het obstakelvrij maken van bermen. En natuurlijk bij de afweging om op bepaalde N-wegen van 80 naar 60 km/u als snelheidslimiet terug te gaan. Daar zie je veel parallellen met de 50-30 benadering.”