Auto op afstand: uitdaging of kans?
De mobiliteitstransitie richting meer duurzame mobiliteit begint op gang te komen. Zeker in Utrecht, een echte fietsstad. Met een verwachte bevolkingstoename van bijna 100.000 inwoners en een enorme woningbouwopgave van 60.000 extra woningen in 2040 wordt de druk op de ruimte almaar groter. Parkeren heeft een belangrijk aandeel in het beslag op de ruimte. Uiteraard zijn gebouwde parkeeroplossingen mogelijk, maar de hoge kosten daarvan belemmeren vaak de woningontwikkeling. Een oplossing is om auto’s op afstand te parkeren in een mobiliteitshub aan de rand van de stad.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de mobiliteit van Utrechters sterk verschilt, maar dat van een grote groep de auto voornamelijk stilstaat. Zo wordt een kwart van alle auto’s in Utrecht minder dan drie keer per maand gebruikt (Van der Heijden, 2021) en het aantal huishoudens in het bezit van een auto in Utrecht ligt een paar procent lager dan in de rest van Nederland.
Opvallend is dat het aandeel Utrechters dat met de auto naar het werk reist bijna de helft is van het gemiddelde in Nederland en dat Utrechters veel meer met de fiets of OV naar hun werk reizen. Dit betekent dus dat alhoewel veel Utrechters een auto hebben, zij deze weinig op dagelijkse basis gebruiken. Daarbij doen degenen die de auto voor woon-werkverkeer gebruiken dit waarschijnlijk niet elke dag, mede door het thuiswerken dat de afgelopen jaren sterk is toegenomen.
Parkeren op afstand
Wanneer de auto voornamelijk stil staat is het beslag dat deze legt op de schaarse ruimte een extra belemmering voor de ontwikkelingsmogelijkheden. Een alternatief dat steeds meer aandacht krijgt is het parkeren van de auto op afstand, in een mobiliteitshub. Doordat in een mobiliteitshub verschillende modaliteiten bij elkaar komen, in combinatie met een aanbod van voorzieningen, wordt hiermee een kwalitatief parkeeralternatief aangeboden.
De gemeente Utrecht is bezig met het ontwikkelen van mobiliteitshubs in samenhang met autoluwe wijken. In deze wijken is minder ruimte voor de auto en meer ruimte voor de fietser, voetganger, groen en ontmoetingsplekken. De auto kan op afstand worden geparkeerd in mobiliteitshubs.
Er bestaan nog geen concreet gerealiseerde situaties met parkeren op afstand voor bewoners, maar er is ten behoeve van de planontwikkeling wel veel behoefte aan inzicht in hoe dit in de praktijk zal functioneren. Daarom is er onderzoek gedaan naar de mobiliteit van bewoners van wijken die qua locatie en bewonersgroepen zoveel mogelijk lijken op de toekomstige autoluwe wijken (Vlaming, 2022).
Hieruit blijkt dat het parkeren op afstand weliswaar niet voor iedereen uitkomst biedt, maar dat ook veel bewoners er positief tegenover staan. Wanneer je dagelijks met de auto naar werk rijdt of jonge kinderen hebt is de kans groot dat je parkeren op afstand niet ziet zitten.
Toch is er ook een deel van de jonge gezinnen dat de voordelen van een leefbare autoluwe wijk vindt opwegen tegen het niet direct beschikbaar hebben van een privéauto. Ook de groep relatief meer milieubewuste inwoners van de onderzochte wijken zien het concept van autoluwe wijken eerder zitten, zeker wanneer de alternatieven van de auto goed op orde zijn.
Gemak en tijd
De grote uitdaging van de mobiliteitstransitie is het aantrekkelijk maken van de alternatieve mobiliteitsvoorzieningen. Gemak en tijd zijn vaak de grootste motivaties om de auto te pakken, dus wanneer de reis met de auto meer tijd kost dan met de fiets of openbaar vervoer ontstaan er kansen voor duurzame gedragsverandering. Nabijgelegen bushaltes en een frequente dienstregeling dragen hieraan bij. Ook kan deelmobiliteit in de wijk aangeboden worden voor incidentele ritten.
Wat vervolgens het effect van het parkeren op afstand is, is nog niet geheel duidelijk, alhoewel verwacht wordt dat men de auto minder zal gaan gebruiken door de grotere barrière tot de auto. Toch kan parkeren op afstand ook aantrekkelijk zijn: de auto staat immers droog en bewaakt, en in de hub kunnen functies worden gecombineerd, zoals een pakketophaalpunt, supermarkt en fietsenmaker.
Deze voorzieningen zorgen ervoor dat de overstaptijd op de hub efficiënt kan worden gebruikt en dat de sociale veiligheid wordt vergroot. Een frequente busverbinding tussen de wijk en hub kan het gebruik van de hub ook makkelijker maken, alhoewel hier door de potentiële gebruikerseisen aan worden gesteld.
Van de bewoners van de onderzochte wijken denkt het merendeel uiteindelijk vooral op de fiets naar de hub te reizen, vooral wanneer zij op minder dan een kilometer afstand van de hub wonen. Dit blijkt ook uit het feit dat men aangeeft maximaal vijf minuten te willen fietsen naar de hub. In hoeverre de afstand tot de hub dit in de praktijk mogelijk maakt is nog maar de vraag. De afstand tussen de wijk Merwede en de locaties van de beoogde mobiliteitshubs bedraagt meer dan 5 fietsminuten.