Clean Mobility, een noodzakelijke bouwsteen voor de leefbare stad
Steden ontwikkelen zich door de eeuwen heen. Het vervoer van en door mensen was (en is) sterk bepalend voor de manieren waarop dit gebeurt.
Vanuit het perspectief van mobiliteit kunnen we in het stedelijk weefsel (‘urban fabric’) drie weefpatronen herkennen, namelijk:
-
het patroon van de binnenstad en de (vooroorlogse) dichtbebouwde wijken die zich hebben gevormd rond de lopende mens, die hooguit van een rijdier, een trekdier of de fiets gebruik maakt(e);
-
het patroon van de stadsdelen die zich hebben gevormd rond tram-, trein- en metrolijnen (radialen) met minicentra rond de stations;
-
het patroon van naoorlogse buitenwijken en -steden, die zich veelal hebben gevormd rond het gemak van de auto.
De weefpatronen zijn fysiek herkenbaar aan de afmetingen en oppervlakte, die hoofdzakelijk worden bepaald door de snelheid van verplaatsen. En aan de dichtheid van de bebouwing, de bestemming van de gebouwen en de vrij beschikbare openbare ruimte. Dit valt al van de plattegrond af te lezen. Over straat lopend zijn ze ook herkenbaar aan de diensten die worden aangeboden, de producten die worden geproduceerd en de activiteiten die mensen daar verrichten.
Veranderingen
Met het veranderen van de sociaaleconomische activiteiten door de decennia heen verandert ook hoe mensen zo’n stedelijk gebied willen beleven (veiligheid, gezondheid, mogelijkheid elkaar te ontmoeten en inspireren, etc) en met welke verstoringen en risico’s ze nog acceptabel vinden (verkeersveiligheid, luchtkwaliteit, woonklimaat, etc).
De leefbare stad bestaat niet
Er bestaat daarom niet zoiets als ‘dé leefbare stad’. Leefbaarheid moeten we deelgebied voor deelgebied, wijk voor wijk definiëren en “afdwingen”. Als we kijken naar mobiliteit, dan bedoelen we met “afdwingen” dat we aan de hand van de stedelijke weefpatronen vorm geven aan mobiliteit en keuzes maken voor passende transportmiddelen. Als we ons daarbij mede laten ondersteunen door de digitalisering van stad en vervoermiddelen dan spreken we liever over Clean Mobility dan over Smart Mobility. Dat laatste brengt te vaak een ‘technology push’ met zich mee, terwijl de mensen en hun wensen centraal moeten staan. Bovendien bouwen we met Clean Mobility direct mee aan de leefbaarheid in de stad.
Met Clean Mobility staan we voor schonere (lees: emissiearme) manieren van bewegen en verplaatsen. We staan ook voor manieren van verplaatsen die passen binnen de weefpatronen van de stad. Vanuit de technologie kunnen we deze insteek dynamisch ondersteunen. Hoe? Laten we daarvoor de stedelijke patronen eens langs lopen.
In die stedelijke gebieden met een patroon dat is gevormd rond de lopende mens, kunnen we wandelen en fietsen aantrekkelijker maken door bijvoorbeeld te sturen op maximale dichtheden van motorvoertuigen die veel ruimte innemen in die gebieden. Zo creëren we ruimte om de oversteekbaarheid te verbeteren en geven we ruimte aan voetgangers en fietsers om vrijer te bewegen. En aan mensen om simpelweg tijd door te brengen met elkaar.
In de stadsdelen die zijn gevormd langs de radialen die de binnenstad verbinden met de buitenwijken en -steden verbinden, kunnen we fietsen en collectief personenvervoer aantrekkelijker maken met kortere reistijden dankzij prioritering bij opeenvolgende kruispunten. Een mooi bijeffect: voertuigbestuurders die zich laten geleiden door met real-time verkeersinformatie gevoede navigatiesystemen vanzelf radialen gaan mijden waarbij de opeenvolgende verkeerslichten zijn afgestemd op de verplaatsingssnelheid van fietsers of het openbaarvervoer. Mits uiteraard op andere radialen en op binnenstedelijke ringen ook de opeenvolgende verkeerslichten zijn afgestemd op de verplaatsingssnelheid van motorvoertuigen. Zo biedt verplaatsingssnelheid een mooi sturingselement om de druk van motorvoertuigen ook in deze stadsdelen te verminderen.
Langs de radialen en de ringstructuren in de stad waar we graag de motorvoertuigen heen geleiden, is het belangrijk om ‘stop&go’-verkeer (met onnodig veel uitstoot van schadelijke stoffen bij steeds weer moeten optrekken) zoveel mogelijk te voorkomen door de doorstroming te optimaliseren.
Dat brengt ons bij domeinoverschrijdende oplossingen, die hun uitwerking over het gehele stedelijke gebied en daarbuiten hebben. Zo staat Clean Mobility ook voor een laagdrempelige toegang tot het collectief personenvervoer. We noemden al de prioriteit voor openbaar vervoer bij kruispunten en langs radialen om de dienstregeling te borgen en de noodzakelijke overstappen veilig te stellen. Daarnaast zorgen we voor gemakkelijker betalen van OV-reizen met smartphone of bankkaarten, in combinatie met de voordelen van direct online afsluiten van abonnementen met betaling achteraf. Zo worden mensen niet direct geconfronteerd met een hoge uitgave voordat ze van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Niet iedereen is immers in staat die uitgave direct te doen.
Een andere prioriteit voor Clean Mobility is de gerichte verbinding van het wegennet en het elektriciteitsnet, waardoor nieuwe oplaadmogelijkheden ontstaan die overstappen op elektrische gemotoriseerde vervoermiddelen aantrekkelijker maken.
Zo richt Clean Mobility zich maximaal op de impact op straat en laat het zich daarbij ondersteunen door slimme ICT en data, die zoveel mogelijk verborgen blijft voor de bewoners, bezoekers en ondernemers in de stad.
Dit artikel stond al eerder in MobiliteitsPlatform #4. Het hele magazine lezen? Klik hier.