De drie uitgangspunten voor de stad van de toekomst
Als directeur Cities en Mobiliteit in Nederland van ontwerp- en adviesbureau Arup ziet Laurens Tait dat overheden steeds vaker vragen om infrastructuur die is gebaseerd op drie uitgangspunten: verduurzamen, circulariteit en veerkracht. “Die uitgangspunten hanteren we in het ontwerp van objecten en hele systemen.” Hij legt uit hoe Arup te werk gaat.
“In mobiliteitssystemen gaat het steeds vaker over waardes in plaats van over objecten. Wat vinden we als maatschappij belangrijk en wat doet dat met mobiliteitsoplossingen? Daarom praten we steeds vaker op beleidsniveau mee met overheden. Het tegengaan van vervoersarmoede en bevorderen van inclusiviteit staan overal hoog op de agenda. Samen ontwikkelen we beleid waarin geen enkele doelgroep achterblijft. Dat vormt de basis voor thema’s als betalen naar gebruik en een gelijkwaardige toegang tot mobiliteit.”
“Ook door de groeiende rol van data verandert ons werk. We kunnen ontwerpkeuzes bijvoorbeeld koppelen aan de drie hierboven genoemde uitgangspunten en verschillende parameters digitaal invoeren in een ontwerp. Zo komen we tot een parametrisch ontwerp, zoals bij Smakkelaarspark in Utrecht, waarbij meetbaar wordt wat de impact van bepaalde maatregelen is en wat de mobiliteitsuitkomsten zijn. Daardoor wordt sneller inzichtelijk wat de implicaties van verschillende soorten maatregelen zijn, vóórdat je daadwerkelijk overgaat tot ontwerpen. Als waardes in de toekomst veranderen, kan je daar snel op inspelen.”
De 15-minuten stad
“Arup is werkzaam binnen alle delen van de mobiliteitsketen. Het begint ermee dat de basisinfrastructuur op orde moet zijn, van de fysieke hardware tot de IT. In Nederland hebben veel stalen bruggen het einde van hun theoretische levensduur bereikt en ondertussen groeien de verkeersvolumes. Op dit moment werken we met Rijkswaterstaat aan de renovatie van de Van Brienenoordbrug in Rotterdam, waarbij we maximaal gebruik maken van hernieuwbare materialen en ruim drie ton staal besparen.”
“Nadat de basis op orde is, kijken we naar stedenbouwkundige plannen. Mensen gaan hun ruimte anders benutten waardoor de vervoersvraag verandert. We moeten vervoersbewegingen integreren in de plannen en de ruimte efficiënter benutten. Het principe van de 15-minutenstad past goed in deze spacial shift. Voor de gemeente Hoofddorp hebben we bijvoorbeeld een ontwikkelingsvisie opgeleverd voor het stationsgebied Schiphol Trade Park en we ontwikkelen daarbij infrastructurele oplossingen op vervoersknooppunten als alternatief voor de auto.”
Modal shift versnellen
“Daarna bekijken we hoe we een modal shift kunnen veroorzaken. We onderzoeken daarbij hoe we mensen kunnen stimuleren om zich duurzamer te verplaatsen. Dat is gebaseerd op het carrot and stick-principe, waarbij we gebieden aantrekkelijker maken voor fietsers, voetgangers en ov-gebruikers en tegelijkertijd stimulerende maatregelen inzetten. Zo brengen we in het project Zuidasdok de ring A10 deels ondergronds en upgraden tegelijk station Amsterdam Zuid tot een echte ov-hub, waar voetgangers en fietsers prioriteit krijgen en het aangenaam verblijven is.”
“Dat doen we door user experience (UX)-designtools te gebruiken. We hebben een aantal persona’s ontwikkeld en daarbij onderzocht welke keuzes mensen maken, waarom ze die maken en ook hoe we die keuzes kunnen beïnvloeden. Door middel van bijvoorbeeld lichtgebruik en de omgevingsinrichting kunnen we de toegankelijkheid tot het ov op een bepaald moment van de dag voor een bepaalde doelgroep vergroten. Dat is essentieel als we de inclusiviteit in steden duurzaam willen verbeteren en is in lijn met ons rapport ‘Cities Alive: Designing cities that work for women’, dat we schreven in samenwerking met de Verenigde Naties.”
Verduurzaming voltooien
“De vierde en laatste stap is het verduurzamen van het wagenpark. Dankzij de klimaatakkoorden en bestuursakkoorden groeit de aandacht voor zero emissiezones en lage emissiezones al langere tijd. In het verlengde hiervan ontwerpen we de vrachtwagenheffing voor het ministerie van Financiën, waarbij we hebben onderzocht hoe dit heffingsprincipe in bestaand beleid kan worden geïntegreerd De heffing gaat in 2026 in: vanaf dat moment is de hoogte van het bedrag dat vrachtwagens moeten betalen afhankelijk van de hoeveelheid emissies die wordt uitgestoten.”
Nieuwe uitdagingen
“Mondiaal gezien staat de Nederlandse infrastructuur er trouwens best goed voor. Vooral rond fietsbeleid kijken veel landen naar Nederland. Vanuit onder meer Turkije, Canada en Ierland krijgen we fietsgerichte vragen. Overigens is ons fietsbeleid – anders dan vaak in het buitenland wordt aangenomen – voortdurend in beweging en hebben we te maken met nieuwe uitdagingen. Op het fietspad, lang gezien als de heilige graal, rijden steeds meer soorten voertuigen met verschillende snelheden op beperkte ruimte en de fietsdichtheid is hoog. Terwijl de auto's op de weg ernaast alle ruimte hebben. Wat doet dat met de spelregels voor de toekomst en het ontwerp?”
“Begin 2022 is CROW-Fietsberaad een project over fietsrotondes gestart waar wij bij zijn betrokken. Afgelopen oktober hebben we een expertsessie georganiseerd, om samen met het werkveld aanbevelingen voor fietsrotondes te ontwikkelen. Dan zie je de uitkomst van die modal shift: we moeten leren omgaan met steeds meer voertuigen én steeds meer soorten fietsen en de infrastructuur aanpassen op een meer diverse populatie, zodat iedereen kan blijven meedoen.”
Dit artikel verscheen in Trends 2023, meegezonden met de printeditie van MobiliteitsPlatform nr. 4. Meer lezen van Trends 2023? Ga naar onze digitale bibliotheek.