Om de CO2-uitstoot terug te dringen, is in het Klimaatakkoord van 2019 afgesproken om stadslogistiek versneld emissievrij te maken. Leiden zet flink in op communicatie met de ondernemers.
Leiden op weg naar zero-emissiezone
De invoering van de zone verloopt in fases. De bedoeling is dat deze maatregel voor een gemeente een hele grote bijdrage levert aan de luchtkwaliteit van de binnenstad en het verblijfsklimaat, omdat alleen zakelijk gebruikte bestel- en vrachtauto’s die elektrisch of waterstofaangedreven zijn de zone in mogen. “Daarbij is afstemming met de ondernemers erg belangrijk om dit voor elkaar te krijgen, om draagvlak te creëren”,
aldus Arthur ter Weeme, directeur van het GNMI (Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur).
Serieuze aanpak
In Leiden heeft de gemeente een serieuze aanpak wat betreft het meenemen van de ondernemers in de problematiek. “Ondernemers moeten zelf het nut en de noodzaak ervan inzien. Er wordt veel energie gestopt in deze groep. Het is niet voor iedere ondernemer even makkelijk”, zegt Ter Weeme. “Er is voor de gemeente berekend wat het effect van een zero-emissiezone is: een besparing van een CO2-uitstoot die gelijk staat aan 100.000 bomen per jaar. Dat is enorm. Zelfs 1 kilometer buiten de zone is een effect zichtbaar”, voegt Eric Jellema, opgavemanager bij de gemeente Leiden toe. “We hebben heel erg ingezet op de communicatie en informatie: Welke regelingen zijn er? Hoe kan de ondernemer ook gewoon blijven ondernemen?”
Logistiek makelaars
Verder stimuleert de gemeente ondernemers om alternatieve, schone vervoerswijzen uit te proberen. Er is onder andere ook informatiemateriaal bij bestel- en vrachtautodealers uitgedeeld en een speciale website gemaakt. “Daar hebben we logistiek makelaars aan gekoppeld, die vragen kunnen beantwoorden en advies op maat geven. Leveranciers van buiten de stad die Leiden in komen, hebben we persoonlijk aangeschreven en gratis advies van de logistiek makelaars aangeboden. Want je moet veel breder kijken. Het probleem stopt niet bij de gemeentegrens”, gaat Jellema verder. “Rotterdam had laatst een bijeenkomst waar alle elektrische voertuigen voor ondernemers te zien waren. Ondernemers konden advies krijgen van de verkopers. Dat willen wij binnenkort ook doen met Alphen aan den Rijn, want dat is ook communicatie.” Leiden wisselt daarnaast veel informatie en best practices uit met Gouda, Delft, Alphen aan den Rijn en Zwolle, zodat het wiel niet telkens opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Dat gaat ook via het GNMI-netwerk. “Zo geef je bovendien
een signaal aan de ondernemers dat in meerdere steden alle regelingen en ontheffingen zo veel mogelijk op elkaar worden afgestemd."