Re-manufacturing in auto-industrie wordt steeds belangrijker
Met circa 150.000 werknemers en bijna 200 fabrieken over de hele wereld is ZF een grote toeleverancier voor de voertuigindustrie die op de weg, op het water en op het spoor worden ingezet. “In alle lagen van de bedrijfsprocessen wordt gekeken naar de mogelijkheden van verduurzaming”, aldus Paul Bliek, projectleider Marketing en Business development bij de Nederlandse ZF-vestiging.
Re-manufacturing in de auto-industrie wordt en is inmiddels bij ZF een essentieel onderdeel in het bedrijfsproces, vertelt Paul Bliek. “Gebruikte onderdelen worden niet meer klakkeloos verwijderd en afgevoerd, bij ZF krijgen ze een tweede leven. In meerdere fabrieken bijvoorbeeld worden in aparte afdelingen oude transmissies compleet gedemonteerd en opnieuw opgebouwd voor hergebruik. Zo draagt ZF een steentje bij aan een betere wereld.” Wat het energiegebruik betreft heeft ZF zich een richtdatum gesteld om in 2040 volledig klimaatneutraal te produceren met duurzame energie (zon/wind). Dat is een uitdaging te noemen met 200 productielocaties over de hele wereld.
ZF is één van de grootste onafhankelijke toeleveranciers voor vele verschillende voertuigfabrikanten. Met een omzet van veertig miljard euro in 2021 zit ongeveer zeventig procent in de personenauto- en lichte bedrijfsauto-industrie. In Nederland zijn in de vestiging in Delfgauw zo’n veertig medewerkers actief. Deze verkoop- en serviceorganisatie heeft een werkplaats en onderdelenmagazijn alsook eerste montage leverancier voor kleinere Nederlandse fabrikanten. In Krimpen a/d Lek huist één van de 200 ZF-fabrieken waar boegschroeven voor schepen worden geproduceerd.
Uitgebreid programma
“De naam ZF is nauwelijks bekend bij de consument, maar zonder ZF kom je bijvoorbeeld geen Audi, Jaguar, BMW, DAF of VDL tegen op de weg”, stelt Bliek. Het van oorsprong Duitse bedrijf is met name zo gegroeid door andere bedrijven over te nemen. De laatste overname stamt uit 2020. Het Amerikaanse WABCO, producent van onder meer rem- en veiligheidssystemen voor trucks en bussen werd, voorlopig als laatste, aan het al uitgebreide programma van ZF toegevoegd.
Ieder jaar gaat zes à zeven procent van de omzet bij het technologieconcern naar research en ontwikkeling. “Zo komen we sterker uit de crisis met nieuwe technologieën”, meent Bliek. “E-mobility en autonoom rijden staan hoog op de agenda. ZF investeert veel in zero-emissie-aandrijvingen en de verwachting is dat dat nog wel even doorgaat. In de auto-industrie is men voortvarend op weg, de grote machines zullen nu volgen, zoals ook grondverzetmachines en schepen.”
De projectleider gelooft niet dat vrachtwagens voor het internationaal transport ooit volledig elektrisch aangedreven op pad gaan, dat wordt waterstof. “Bij het distributieverkeer en stadsbusvervoer is het een ander verhaal, deze maakt wel een volledige overstap op batterij elektrisch rijden. In Nederland rijdt inmiddels al een vijfde van het stadsbusvervoer elektrisch.”
Niet naar de beurs
ZF vindt zijn oorsprong rond 1900 in het Zuid-Duitse Friedrichshafen aan de Bodensee, eerst als tandwielenfabriek voor zeppelins. ZF staat logischerwijs voor Zahnradfabrik Friedrichshafen. Bijna twee decennia later werd de productie van aandrijvingen voor meerdere vrachtwagen- en busfabikanten toegevoegd. In de jaren zestig kwam de automatische transmissie voor personenauto’s erbij. Inmiddels is dit het grootste bedrijfsonderdeel van ZF. In de fabriek in Saarbrücken worden 10.000(!) automaatbakken per dag gefabriceerd.
Bijzonder daarbij is dat het Duitse bedrijf niet op de aandelenbeurs is te vinden. Dat heeft volgens Bliek een simpele maar duidelijke reden. “Zonder aandeelhouders houd je een onafhankelijke positie en is het ontwikkelen en vasthouden aan een lange-termijn-visie veel beter mogelijk. En uiteindelijk profiteert onze diverse klantengroep daarvan.”
Dit artikel staat in MobiliteitsPlatform #4, 2022. Wilt u het hele magazine online lezen? Klik hier.