Rijk en Vervoerregio Amsterdam steken ruim 7 miljoen euro in regionale verkeersveiligheid
De Vervoerregio Amsterdam ontvangt komend jaar ruim 3,5 miljoen euro van het Rijk voor het verbeteren van de verkeersveiligheid in de regio. Het bedrag wordt door de Vervoerregio verdubbeld zodat er in totaal ruim 7 miljoen euro beschikbaar is. Nodig, zo geeft portefeuillehouder verkeersveiligheid en lid van het dagelijks bestuur Gerard Slegers aan, want een veilige weginrichting is een kostbare zaak.
Het is de tweede keer dat regionale overheden een bijdrage voor verkeersveiligheidsprojecten bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kunnen aanvragen. Tot en met 2030 heeft het Rijk hiervoor landelijk 500 miljoen euro beschikbaar gesteld.
De Vervoerregio heeft samen met de vervoerregiogemeenten de projecten verzameld die aan de voorwaarden van het Rijk voldoen. Deze moeten de verkeersveiligheid bevorderen, door bijvoorbeeld de aanleg van fiets- en voetgangersoversteekplaatsen, verbreden van fietspaden, aanleg van rotondes, kruispuntplateau’s en fietsstraten. Namens de 14 aangesloten vervoerregiogemeenten heeft de Vervoerregio de aanvraag bij het ministerie ingediend. Voor 2023 zijn alle aanvragen toegekend en krijgen alle gemeenten van de Vervoerregio een rijksbijdrage voor verkeersveiligheid.
Gerard Slegers: “We zijn blij met de bijdrage van 3,5 miljoen van het Rijk, maar onze verdubbeling naar in totaal ruim 7 miljoen euro is nodig, want we zijn nog lang niet waar we willen en moeten zijn”.
Structureel basisbedrag voor veilige weginrichting nodig
Veilige weginrichting realiseren is een kostbare zaak. Gerard Slegers: “Daarom pleit ik voor naast het toekennen van bedragen via tranches gebaseerd op aanvragen, voor een structureel basisbedrag per jaar. De 500 miljoen euro die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat tot en met 2030 vrijmaakt, is niet genoeg en is ook op enig moment gewoon op. En dat terwijl een trendbreuk in het stijgende aantal verkeersslachtoffers nog ver weg is en de benodigde projecten om het verkeer veiliger te maken nog tot lang na 2030 doorlopen. Met een basisbedrag kunnen we werken aan die veilige weginrichting, een goed middel om veilig gedrag op de weg te bevorderen.
Aanvullend daarop blijven we campagnes, educatie en handhaving inzetten om het verkeer veiliger te maken. Zo veilig, dat we in 2050 inderdaad kunnen melden dat er 0 verkeersslachtoffers zijn”.