Snelle opkomst onderling autodelen
Ook op het platteland
Deze vorm van autodelen slaat ook aan op het platteland. Inmiddels zijn deelauto’s te vinden in driekwart van alle gemeenten. Dat blijkt uit onderzoek door het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KpVV). De snelle groei van onderling autodelen is mogelijk, omdat peer-2-peer carsharing gebruik maakt van bestaande auto’s. Het enige dat daarvoor nodig is, is dat mensen besluiten hun auto te delen met anderen. Door de groei komen op steeds meer plekken deelauto’s binnen handbereik. Van platteland tot grote stad: overal is een stijgende lijn te zien. De groei van het aantal deelauto’s is het sterkst in de grote steden. Amsterdam is de gemeente met de meeste deelauto’s. Het autobezit onder jongeren daalt en de deeleconomie is in opkomst. Autodelen sluit aan op deze trends.
Mensen die autodelen, proberen hun autogebruik zo laag mogelijk te houden. Dat is goed voor het milieu en de leefbaarheid van steden. Ook draagt het bij aan een lager autobezit en een lagere parkeerdruk. Autodelen kan een aanvulling zijn op het openbaar vervoer en biedt mensen meer mogelijkheden om duurzaam te reizen. Diverse marktpartijen bieden deelautoconcepten aan. Overheden hebben baat bij autodelen en kunnen een stimulerende rol spelen.
Er zijn inmiddels drie aanbieders van peer-2-peer carsharing: MyWheels, SnappCar en WeGo. Het aantal auto’s dat via peer-2-peer aanbieders wordt aangeboden, is inmiddels groter dan het aantal ‘klassieke’ deelauto’s. Dat zijn deelauto’s die worden beheerd door aanbieders van het eerste uur, zoals GreenWheels en ConnectCar. Ook MyWheels beheert zelf een aantal deelauto’s. Het ‘klassieke’ autodelen is stabiel gebleven. Bij oneway carsharing pik je ergens een deelauto op. Op de plek van bestemming laat je deze achter. In Nederland bestaat deze vorm alleen in Amsterdam, waar Car2Go sinds 2011 elektrische Smarts aanbiedt.