Vakdebat verkeerskunde: "op weg naar gouden tijden"
Foto: ANWB/AVD
Meer dan 50 vakgenoten kwamen samen om hierover te discussiëren. De overall conclusie? Verkeerskunde is een prachtig vak en kan zich beter profileren.
Mate van volgzaamheid
Voorzitter Ruben Loendersloot, zet de toon met een korte illustratie van zijn dag: ‘Vanochtend stond ik nog met de voeten in de klei om een led verkeersborden te plaatsen in de gemeente Wychen, daarna sprak ik over parkeren bij de Apenheul, en vervolgens de positie van motoren in het Nederlandse mobiliteitsbeleid, een doelgroep die we niet mogen vergeten. Een nu sta ik hier om samen met u over ons vak te spreken, en laat niemand zeggen dat dit geen prachtig vak is.
Marcus Popkema, onderzoeker aan de TU Eindhoven en docent verkeerskunde aan de Hogeschool Windesheim, trapt vervolgens af met een terugblik op de ontwikkeling van de verkeerskunde in Nederland. In de jaren ‘60 kende het vak een hoogtepunt, gelijktijdig met de massale motorisering die in die tijd plaatsvond. Zijn conclusie is dat het vakgebied is ontstaan en zich heeft ontwikkeld rond het oplossen van problemen. Lange tijd waren die problemen van technische aard, maar gaande weg zijn het meer maatschappelijke en integrale problemen waarop de verkeerskunde zich richt. Mede daardoor kenmerkt het vakgebied zich door een zekere mate van volgzaamheid.
Aansluitend poneren Mike Bérénos (AVB Mobiliteit en Onderwijs), hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft, Bert van Wee en Hans Jeekel, topadviseur Kennis en Innovatie bij RWS, een aantal stellingen. Zij en Markus Popkema, Joost de Kruijf (NHTV en Universiteit Utrecht) en Rudi Lagerweij (Vialis en KIVI NiRIA Verkeer & Vervoer) treden vervolgens op als tafelheer om de aan de hand van de volgende stellingen een tafeldiscussie te leiden.
Mike Berenos: Verkeerskunde is geen vak meer
Verkeerskunde is –uiteraard- een vak waarbij zowel de diepte als de breedte opgezocht moet worden. Daarbij is een significant verschil te zien tussen de WO en HBO opleidingen. Duidelijk is dat het belangrijk wordt meer studenten aan te trekken; de profilering van het vak moet beter.
Joost de Kruijf: Verkeerskunde moet periodiek herijken
Herijken is een te groot woord volgens de tafelgenoten. Er is geen reden om de basisprincipes te veranderen, maar wel om nuances aan te brengen om in te spelen op ontwikkeling. Let op de maatschappelijke ontwikkeling en baseer daar je vraagstukken op en houd in acht hoe bestuurders hier tegenaan kijken.
Bert van Wee: De verkeerskundelobby schittert door afwezigheid
De meningen van de verkeerskundigen over deze stelling waren verdeeld. Men beaamt dat er geen centrale lobby is maar dat er wel op onderdelen gelobbyd wordt, zoals asfalt en in-cartechniek. Diverse discussieleden gaven aan dat het belangrijk is verkeerskunde beter op de agenda te zetten en dat de samenwerking met andere vakgebieden, zoals Ruimtelijke Ordening, verbeterd moet worden om het vakgebied beter zichtbaard te maken. Daarnaast is de vraag gesteld of de verdeling van de gelden anders geregeld moet worden waarbij de regio’s meer macht en euro’s krijgen.
Rudi Lagerweij: De ervaring/mening (feedback) van de weggebruiker kan de verkeerskundige kennis verrijken en aanscherpen
Er ontstaat een trend waarbij burgerparticipatie groeit in Nederland. Daar moeten wij als vakgebied iets mee, de burger heeft tenslotte veelal gelijk (als gebruiker van onze oplossingen). Hoewel diverse verkeerskundigen ‘luisteren’ naar hetgeen op fora of via Twitter wordt gezegd, kan de eigen rol actiever worden ingezet om zo zichtbaarder te zijn.
Marcus Popkema: Verkeerskundigen kunnen niet integraal werken
Onderkend wordt dat verkeerskundigen integraal moeten en kunnen werken maar dat dit niet altijd een gemakkelijk proces is. Verbinding vinden met andere vakgebieden is noodzakelijk om de gestelde doelen te kunnen behalen. Essentieel in deze is dat de verkeerskundige zich niet alleen richt op de probleemoplossing (in zijn verkeerskundige visie) maar zich ook als verbindende schakel opstelt naar andere vakgebieden.
Hans Jeekel: Je krijgt wat je uitstraalt
Verkeerskundigen zijn probleemoplossers, spelen op safe en zijn praktisch ingesteld. Om het vak beter te profileren is het zinvol de rol van ‘onderliggende’ partij los te laten en met innovatieve ideeën problemen op te lossen en beleid te ontwikkelen. De crisis helpt hierbij; weinig geld en grote problemen vragen om creatieve oplossingen. Tevens wordt onderstreept dat er een groot verschil is tussen Hbo’ers en Wo’ers en dat meer samenwerking gewenst zou zijn. Eén netwerkgroep kan een eerste stap zijn de werelden te verenigingen.
Intermezzo
Tussen de twee discussierondes werd een bijzonder intermezzo-debatje gehouden door Jan Korsmit, gepensioneerd verkeerskundige met Leon Peeters,young professional bij Tiem. Om in wedstrijdteremen te spreken: beiden waren aan elkaar gewaagd.
Beroepsvereniging?
Jan Ploeger, voorzietter van de KIVI-vakgroep verkeer en vervoer roept na afloop van de twee discussierondes op om ‘het vakbroedersgevoel’ dat hij tijdens deze bijeenkomst duidelijk ervaarde ‘verder te versterken. Binnen KIVI wordt daar al hard aan gewerkt met het agenderen van thema’s enm het opzetten van een kennisportal voor vakinformatie, maar graag denkt hij mee over verdere mogelijkheden om de ‘’ inhoud van het vakgebied meer betekenis te geven’.
Cadeau Goudappel
het jubilerende 50 jaar bestaande adviesbureau Goudappel Coffeng had nog een passend geschenk voor de deelnemers: twee readers met artikelen en publicaties van grondlegger Hendrik Goudappel , voorzien van een brief van huidig Goudappel directeur Jos van Kleef aan de deelnemers van dit debat.
Conclusie
De overall conclusie is dat het vak verkeerskunde een prachtige toekomst kan hebben maar dat nog een aantal slagen gemaakt moet worden. Het beter profileren van het vakgebied is noodzakelijk om te zorgen voor aanwas van studenten. Tevens is een proactieve houding van de verkeerskundigen gewenst, niet alleen om problemen eerder te kunnen aanpakken, maar ook om innovatie én samenwerking met andere vakgebieden te concretiseren. De programmaraad en organisatoren beraden zich over vervolgstappen om deze conclusies verder uit te werken. Ruben Loendersloot suggereert in zijn afsluiting alvast twee nieuwe contactmomenten: ‘Ik hoop jullie in ieder geval weer te zien op het volgende nationaal verkeerskundecongres en op de dag van verkeer en mobiliteit.’