Wie een mobiliteitsvisie heeft, heeft de toekomst

Uit deze consultatieperiode bleek dat er volgens de Rotterdammers voldoende vervoersmogelijkheden moeten zijn, de gemeente moet durven experimenteren, de bestaande oeververbindingen over de Maas beter benut moeten worden en er ook nieuwe moeten worden aangelegd. Het Stedelijk Verkeersplan 2016-2030+ kunt u hier lezen.

Volgens wethouder Langenberg is mobiliteit een belangrijke voorwaarde voor een sterke economie in de stad. “In Rotterdam is de mobiliteit van de toekomst dichtbij, schoon en slim. Van vervoer voor leerlingen van Zuid voor stadsexcursies, naar nog meer slimme fietsoplossingen, tot de verbinding van twee nieuwe ontwikkelgebieden met een nieuwe oeververbinding.”

Vervoersarmoede op Zuid

Gemeente Rotterdam wil de komende jaren samen met maatschappelijke partners de vervoersmogelijkheden verder verbeteren. Op Zuid heerst momenteel ‘vervoersarmoede’, terwijl projecten (zoals Fietsen op Zuid) de sociale en maatschappelijke participatie vergroten.

De komende jaren moet het openbaar vervoer beter bereikbaar worden en het initiatief Buzz010 wordt mogelijk weer opgestart, waarmee scholieren gratis busvervoer krijgen aangeboden.

Oerverbinding over West

De oerverbinding over de Maas blijkt een belangrijk knooppunt in het verkeersnetwerk van Rotterdam, dat behoorlijk onder druk staat. Daarom onderzoeken gemeente Rotterdam en het Rijk de mogelijkheden voor nieuwe oerverbindingen, die bijdragen aan een hoogwaardige infrastructuur voor fiets, auto en ov. In het rapport ‘Een brug is meer dan een brug’ worden verschillende opties verkend.

Proeftuin

Rotterdam en de omliggende regio profileren zich ook als proeftuin inzake ‘smart mobility’ en het wordt belangrijk gevonden deze ontwikkeling nog meer te stimuleren, meent wethouder Langenberg. Nieuwe experimenten voor autoluwe straten krijgen extra steun. Parking Day en Happy Street worden doorontwikkeld.