‘De botsproef met andere domeinen ontbreekt vaak nog’

vrijdag 5 juli 2024

Is de verkeerskundige klaar voor de Omgevingswet?

Met de komst van de Omgevingswet, krijgt het werk van de verkeerskundige er nieuwe dimensies bij. Tenminste, dat is het idee. Toch is het in de praktijk best lastig om die oude sectorale manier van werken los te laten, zien Robert Forkink en Jenno Kootstra van ingenieurs- en adviseursbureau Antea Group.

De invoering van de Omgevingswet is een feit, maar ligt de afdeling Verkeer & Vervoer al op Omgevingswet-koers? 

Robert: “In veel gemeenten zie ik dat verkeerskundigen vooral nog doen wat ze deden. Ze zitten nog een beetje vast in de sectorale rol. Dit is overigens geen verwijt aan hen. Het heeft er vooral mee te maken dat ze niet de juiste handvatten krijgen. Dit maakt het lastig om die Omgevingsbril op te zetten. Of om in elk geval die bril op de juiste sterkte te zetten.”

En die bril heb je wel nodig?

Jenno: “Absoluut, niet alleen omdat die Omgevingswet er nu ligt. De opgaven van nu vereisen ook steeds meer een samenhangende aanpak. Ik zie dit aan de vragen die wij krijgen vanuit gemeenten. Blijven wij de stad op de auto inrichten óf focussen wij ook op andere manieren van vervoer? Hoe speelt vanuit brede welvaart bereikbaarheid een rol in het versterken van een achterstandswijk? Hoe combineer je de opgave om straten te vergroenen met meer verkeersveiligheid? Allemaal vraagstukken waarin verkeerskundige kennis onderdeel van een grotere puzzel wordt.”

Waarom wordt die puzzel niet al eerder gelegd?

Robert: “Het is lastig om jouw puzzelstukje te leggen, wanneer je niet duidelijk hebt hoe de puzzel eruit moet zien. In samenhang werken begint bij de toekomstvisie die je een gemeente heeft. De Omgevingsvisie is het instrument waarin je dit vastlegt. Maar in veel gemeenten zijn die visies nog in ontwikkeling. En waar ze er al wel zijn, zie je vaak dat de mobiliteits- of verkeersexpert niet aan tafel heeft gezeten. Onze visie op mobiliteit volgt uit het mobiliteitsprogramma’, las ik onlangs in een visie. Tja, dan werk je sectoraal denken in hand.”

En zo’n kapstok heb je wel nodig?

Jenno: “Absoluut. Ik zie heel veel goede verkeerskundigen bij gemeenten. Mensen die echt iets kunnen betekenen. Maar zonder een overkoepelende visie is er voor hen geen urgentie om hun plannen te botsen met het Sociaal Domein, de afdeling Beheer of de plannen van Milieu. En heel eerlijk: de verkeers- of mobiliteitsadviseur heeft vaak al genoeg werk liggen. Hierdoor blijven plannen op zichzelf staan.” 

Kun je zonder overkoepelende visie toch een botsproef organiseren?

Robert: “De gemeente Eemsdelta is daar een mooi voorbeeld van. Daar hebben ze in hun mobiliteitsprogramma onderwerpen als bereikbaarheid, veiligheid en duurzaamheid opgenomen. Ze zijn met collega’s van andere domeinen in gesprek gegaan: wat zouden jullie in onze plannen terug willen zien? En nee, dan bouw je nog niet samen mee aan een toekomstvisie, maar je kijkt in elk geval door elkaars bril en kunt opgaven combineren…”

En gebeurt dit ook al op meer strategisch niveau?

Jenno: “De gemeente Groningen vind ik een mooi voorbeeld. Die hebben een mobiliteitsvisie opgesteld waarin de auto niet meer centraal staat in de manier waarop ze de openbare ruimte inrichten. Ze gaan voor een doorwaadbare stad die vooral inzet op lopen en fietsen. Hiermee creëren ze ruimte voor andere functies, maken ze straten aantrekkelijker en vergroten ze de leefbaarheid. Zo dient mobiliteit een hoger doel: en dat is in de kern waar het Omgevingswet-denken om draait.” 

Wat heb je als gemeentelijke organisatie nodig om ook hier te komen?

Robert: “We hebben vorig jaar een enquête gehouden onder gemeenten rondom de implementatie van de Omgevingswet. Eén van de grote knelpunten is capaciteit. Er zijn mensen nodig die het proces van samenwerken en samen denken op gang brengen. En mensen die deze manier van werken in een organisatie borgen. Die weten wat het doel van de gemeente is, waarom keuzes zijn gemaakt en hoe deze zich vertalen in een programma mobiliteit. Kortom, je zult als gemeente moeten investeren in capaciteit en kennis.”

Hoe kun je als afdeling verkeer- en vervoer zelf die beweging maken?

Jenno: “Wacht niet af. Probeer ook zelf om over jouw eigen schaduw heen te stappen. Heb het erover met elkaar: hoe kunnen wij onze kennis inzetten om bij te dragen aan een hoger doel? Hoe bouwen wij een Programma Mobiliteit en Bereikbaarheid waarin wij niet bezig zijn met dat ene kruispunt, maar waarin dat kruispunt ook een manier is om voor meer veiligheid en duurzaamheid te zorgen? Hoe kom je tot een programma waarin je doelen en KPI’s stelt, de voortgang monitort en waarmee je laat zien: kijk hier werken we naar toe…”

En dit is een niet alleen een ‘proces-dingetje’: het levert ook echt maatschappelijke waarde op…

Robert: “Daar ben ik van overtuigd. Ik neem de gemeente Aalten als voorbeeld. Daar hebben ze vorig jaar een weg heringericht waar vaak flink hard werd gereden. Ook speelden er issues rondom wateroverlast, omgevingskwaliteit en was er de wens om circulaire oplossingen in te zetten. Meerdere afdelingen gingen om tafel, bewoners hadden hun inbreng en er kwamen budgetten samen. Dit resulteerde in een 30-kilometerweg weg met duurzame verharding, groen, overloopgebiedjes. Echt een ander resultaat dan wanneer je alleen door de verkeerskundige bril had gekeken. Dit voorbeeld is natuurlijk Omgevingswet-denken op straatniveau: maar het laat wel zien wat er mogelijk is als je krachten bundelt.”


Robert Forkink is Hoofdadviseur en projectmanager Omgevingswet bij Antea Group. Momenteel werkt Robert als programmamanager implementatie Omgevingswet bij meerdere gemeenten. Met behulp van procesmodellen en tools maakt Robert de Omgevingswet hanteerbaar en implementeerbaar.  

Jenno Kootstra is teammanager van de adviesgroep Verkeer en senior adviseur verkeer. Jenno is in meerdere gemeenten betrokken bij het actualiseren van het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid en het inbedden van mobiliteitsbeleid en -programma’s binnen het Omgevingswetinstrumentarium.