Marjolein Brandt, Marije in der Maur en Remco Gilbers van XTNT zien dat in steeds meer regio’s gebiedsgerichte samenwerking wordt gezocht op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit. Zowel tussen overheden onderling, als ook met andere belanghebbenden, zoals het bedrijfsleven en vervoersbedrijven. Tegelijkertijd zien zij dat die samenwerking soms moeizaam op gang komt. Dat is zonde, vonden ze. Daarom maakten zij een leidraad om deze gebiedsgerichte samenwerking beter van de grond te krijgen en zo tot meer resultaat te komen.
Succesfactoren voor gebiedsgerichte bereikbaarheidsaanpak
Bij XTNT werken ze onder meer aan grootschalige infrastructurele vervangings- en renovatieprojecten en voeren daarvoor de hinderaanpak uit. “We merkten dat belanghebbenden dachten: ‘Hee, ik heb vorige week al met collega’s van jou om tafel gezeten voor project X, en nu kom jij voor project Y praten’”, aldus Marije. “Je kunt die hinderaanpak voor ieder project op zich doen. Maar als deze projecten allemaal in hetzelfde gebied spelen, in dezelfde periode met dezelfde betrokken partijen én dezelfde weggebruikers of bewoners, dan is het natuurlijk handiger om dat in samenhang met elkaar te doen”, vult Marjolein aan. “Sterker nog, er spelen in zo’n gebied vaak nog veel meer opgaven die sterke raakvlakken hebben met mobiliteit. Denk aan gebiedsontwikkeling en verkeersveiligheid. Dan is het heel slim om de samenwerking op te zoeken, want als je deze opgaven samen aanvliegt, kun je elkaar versterken en ook efficiencyvoordelen behalen.”
Struikelblokken
In de praktijk blijkt het nog niet zo eenvoudig, zo’n gebiedsgerichte samenwerking. Vaak zijn organisaties daar helemaal nog niet op ingericht. “Zo kan het bijvoorbeeld heel waardevol zijn om een succesvolle fietsmaatregel na een hinderproject voort te zetten, zodat de regionale bereikbaarheid structureel verbetert”, zegt Marije. “Maar dat vraagt andere financieringsstromen, omdat vanuit projectscopes doorgaans natuurlijk alleen projectmaatregelen gefinancierd worden.” Ook ziet XTNT dat partijen soms simpelweg niet weten waar ze moeten beginnen. “Vandaar onze leidraad. Je zou kunnen zeggen dat we een soort van checklist hebben gemaakt: 15 randvoorwaarden die leiden naar een succesvolle samenwerking”, legt Marjolein uit. “En op basis van onze uiteenlopende ervaringen bij projecten in het land, hebben we goed zicht op wat je hierbij wel en niet moet doen. En waar je op moet letten als je met een gebiedsgerichte bereikbaarheidsaanpak aan de slag gaat.”
Succesfactoren
Remco werkt als mobiliteitsadviseur, veelal in een stedelijke omgeving, waar hij communicatie- en participatieprocessen rondom verstoringen zoals werkzaamheden of evenementen verbetert. Hij geeft aan: ”Een aantal randvoorwaarden klinkt als een open deur. Maar daar moet wel aan worden voldaan, omdat de gebiedsaanpak anders gewoon niet goed van de grond komt. Zo moeten de aanleiding en doelstelling gedragen en haalbaar zijn en moet de governance geregeld zijn. Ook zal er bijvoorbeeld consensus moeten zijn over de omvang van het gebied (scope), wat wel (of juist niet) tot de mogelijke oplossingen behoort en uiteraard mag de bestuurlijke borging niet ontbreken.”
Marjolein vult aan: “Je kunt met allemaal heel welwillende mensen aan tafel zitten, die de opgave en de samenwerking superbelangrijk vinden. Maar als ze allemaal tot over hun oren in het werk zitten, en er geen kartrekker is – iemand die regie heeft op het proces – dan kom je niet verder.” Marije voegt toe: “Ja, of iedereen zit op verschillende tijdspaden waarin zij zaken willen realiseren. Dan praten mensen snel langs elkaar heen of er komt alsnog niets in samenhang van de grond.”
Schaalsprong
De komende tien jaar staat Nederland voor een enorme vervangings- en renovatie-opgave. Er speelt dus heel veel de komende jaren. “Daarom is het nu zaak om meters te maken in die gebiedsgerichte samenwerking”, aldus Marije. “We maken goede stappen, maar we zijn er nog niet”, zegt Remco. “Projectteams én lijnorganisaties moeten echt meer gebiedsgericht gaan denken en anders werken, want de komende jaren zien we zeer veel hinder op ons afkomen.” Marjolein is het daarmee eens: “De neiging is natuurlijk om zo snel mogelijk een schaalsprong te maken en de koppeling te leggen met andere opgaven en beleidsvelden. Maar ons devies is eigenlijk: niet te snel en niet te groot beginnen. Dit klinkt als een tegenstrijdigheid. Maar om meters te maken, kun je beter klein beginnen, voortgang boeken, leren van de successen en tegenslagen in de samenwerking, en op basis van die ervaringen dan – zodra dat kan – opschalen. Onze leidraad is in ieder geval een mooi startpunt hiervoor.”
Meer weten over deze 15 succesfactoren van gebiedsgericht samenwerken? Neem dan contact op met XTNT via info@XTNT.nl en Marije, Marjolein of Remco helpen je graag verder!