Blog: Denken als bewoner

maandag 16 juli 2018
timer 3 min
“Mobiliteit ontstaat niet vanzelf, maar uit de natuurlijke behoefte aan participatie vanuit de samenleving'", schrijft Gertjan Hanckmann, adviseur van Kragten. "Inwoners, bedrijven, scholen en verenigingen, alle kennen deze behoefte, en soms zelfs de noodzaak, om samen dingen op te pakken".

"De overheid stimuleert deze zelfredzaamheid ook graag, maar ook op dat punt gaat dat gaat niet vanzelf. Als mobiliteit ten dienste staat van de participatiesamenleving, moet de samenleving ook participeren in  mobiliteit: samen het beleid maken en samen aan de uitvoering werken om zo samen te voldoen aan alle behoeftes. 

 

Ik heb veel ervaring op het gebied van burgerparticipatie, van het opstellen van beleid tot het samen plukken van onkruid om geld te verdienen voor een speeltoestel. Wat me daarbij opvalt is dat het succes natuurlijk deels wordt bepaald door de inzet van de burgers, maar dat de grootste succes- of faalfactor de rol van de overheid is. Als de noodzaak of behoefte aan mobiliteit groot genoeg is,  is er ook motivatie bij bewoners. Deze hebben  vervolgens een helpende hand nodig maar ontmoeten dan helaas eerder weerstand en onbegrip dan die helpende hand.  

 

Is het nu zo moeilijk om als bewoner te denken in plaats van als vakspecialist? Toegegeven, dat kan tot dilemma’s leiden, en ook daar heb ik wel voor gestaan. Als verkeerskundige vond ik die drempel in die straat echt niet nodigmaar de hele straat wilde het. Wat doe je dan? In zo’n geval zoek ik als  burger de grenzen bij mezelf als verkeerskundige. Is het erg als de drempel wordt aangelegd, gaat er dan iets mis met het verkeerssysteem of wordt het hierdoor onveilig? Dit zijn de vragen die ik mezelf dan stel. Als ik daar geen goed antwoord op heb, is het niet erg dat de drempel wordt aangelegd. Dat wil dan overigens niet meteen zeggen dat de overheid dit ook direct moet betalen Want ook dan komt de prioritering naar voren in verband met budgetten. 

 

Al met al  ben ik ervan overtuigd geraakt dat we  in alles wat we als verkeerskundige doen, kunnen en moeten participeren. Zo krijgen we beter beleid, betere fietsroutes, betere planvorming en een beter verkeerssysteem. Door samen te werken gebruiken we de kracht van de samenleving om samen iets te bereiken waar de samenleving ook echt iets aan heeft en dat dan ook gebruikt wordt zoals het bedoeld is.