Bouwstenen voor een ‘thuisgevoel’
Stadspsycholoog Sander van der Ham houdt zich bezig met de relatie tussen psychologie en stad. “De stadspsychologie ontstond uit een gelukkige samenloop van omstandigheden. In 2008 studeerde ik af als psycholoog. Ik had gekozen voor een opleiding klinische psychologie, maar voelde me in het vak niet zo op mijn plaats. Op hetzelfde moment werkte ik al bij een adviesbureau, waar ik de vraag kreeg naar de relatie tussen psychologie en de stad. Die vraag klikte en zo ontstond de motivatie om te zoeken naar een antwoord."
Al snel ontdekte hij de omgevingspsychologie, waarin de wederkerige relatie tussen de mens en de (gebouwde) omgeving centraal staat. Een razend interessant vakgebied. Wat hij wel jammer vond , was dat leven in de stad nogal negatief werd bekeken. Gechargeerd: steden zijn plekken vol prikkels, anonimiteit en onveiligheid. Ongezonde plekken waar je als mens niet te lang zou moeten vertoeven, laat staan wonen.
In 2008 werd de magische grens gepasseerd, waarop meer dan de helft van de wereldbevolking in stedelijk gebied woonde. Dat aantal blijft stijgen, naar verwachting tot wel 70 procent van de wereldbevolking. "Mensen wonen blijkbaar graag in steden. Vaak uit vrije wil, maar soms gedreven door economische redenen. Ik wil beter begrijpen waarom mensen graag in de stad zijn, zich er zelfs thuis voelen.”
Thuismakers Collectief
Het Thuismakers Collectief is een plek creëren waar mensen met interesse in thuisgevoel elkaar konden ontmoeten. Tijdens mijn afstudeeronderzoek ontdekte ik dat ouderen die in een verzorgingshuis wonen en zich meer thuis voelen ook een betere stemming hebben, hun eigen gezondheid en kwaliteit van leven beter beoordelen en constructievere manieren hebben om met uitdagingen in het leven om te gaan. Niet gek, wie zich ergens thuis voelt, voelt zich ook vaak beter. Wat maakt dat mensen zich dan thuis voelen?’”
“Mede-oprichters Anna en Sam vonden die vraag ook interessant. Samen ontdekten we dat er nog veel meer mensen in ons netwerk waren die zich er ook mee bezighielden. Zo ontstond de wens om een Collectief op te richten als plek van ontmoeting.”
Bouwstenen voor een thuisgevoel
“Er zijn in ieder geval vier bouwstenen voor een thuisgevoel. De eerste is plek. Iedereen heeft een plek nodig om zich thuis te voelen, daarbij speelt de mate waarin je persoonlijk controle voelt een belangrijke rol. Het is makkelijker om je in je eigen huis thuis te voelen dan op een publieke plek, omdat je in je eigen huis zelf bepaalt hoe de plek eruit ziet en wie er komen.”
“De tweede bouwsteen gaat over mensen en hun netwerken. Belangrijk is dat mensen een bepaalde mate van verbondenheid voelen met anderen.Het gevoel dat je ergens bij hoort is essentieel om je thuis te kunnen voelen.”
“De derde bouwsteen gaat over routines en rituelen. Met automatische handelingen (routines) en terugkerende activiteiten (rituelen) geven we als mens (en als groep) betekenis aan plekken. Denk aan routines als het onderhoud van je tuintje of geveltuintje, dezelfde routes fietsen of lopen door de buurt en rituelen zoals buurtfeestjes.”
“De vierde bouwsteen heet organisatie. Thuisgevoel is dynamisch. Buurten veranderen. Dat vraagt erom dat je steeds met elkaar bepaalt wat nodig is om ervoor te zorgen dat iedereen zich thuis kan blijven voelen in een straat of buurt. Goede plekken/buurten maken is een doorlopend proces dat steeds aandacht (en natuurlijk liefde) vraagt. Zeggenschap staat bij deze bouwsteen centraal in de bijdrage die het levert aan thuisgevoel.”
Van der Ham: “Met deze bouwstenen in het achterhoofd is er niet een eenduidig antwoord te geven op de vraag of mensen zich thuis voelen in de stad. Veel mensen voelen zich er thuis, anderen juist niet. De bouwstenen zijn een bril om te analyseren waarom iemand zich wel of juist niet thuis voelt in de stad. Leeftijd, levensfase en woonplek spelen daarin ook een belangrijke rol. Thuisgevoel begrijpen vraagt om een mensperspectief en daarvoor is het nodig je in te leven in stedelingen. Eerst op individueel niveau en bij voldoende gesprekken kun je dat vertalen naar een generieker niveau.