In Bari krijg je betaald om te fietsen, maar wat levert fietsstimulering op?
Vanaf februari gaat de stad duizend fietsen voorzien van GPS-apparaten om zo het gereden aantal kilometers te registreren. Inwoners worden voor woon-werkverkeer beloond met 20 cent per kilometer. Voor fietsritten die geen woon-werkverkeer zijn krijgen de deelnemers 4 cent per kilometer. Het totale bedrag per maand kan oplopen tot een maximum van 25 euro per persoon.
Fietsstimuleringsprogramma’s
Het plan doet misschien een belletje rinkelen bij fietsliefhebbers: Frankrijk introduceerde in 2014 een soortgelijk fietsprogramma, georganiseerd door een bedrijf in plaats van de gemeente, om werknemers aan te moedigen om fietsend naar het werk te gaan. Milaan probeerde het jaar daarop iets vergelijkbaars.
Ook in Nederland kennen we bonusregelingen voor mensen die van auto naar fiets overstappen. Het fietsstimuleringsprogramma ‘B-Riders’ van de provincie Noord-Brabant en het Rijk heeft de afgelopen jaren zo’n 4000 mensen gestimuleerd om met de fiets naar het werk te gaan en de auto te laten staan. Na een aanbesteding is het project B-Riders inmiddels overgedragen aan een consortium van ervaren partijen.
Voordelen liggen voor de hand
De voordelen om meer mensen te laten fietsen liggen voor de hand, voor bijvoorbeeld de volksgezondheid en het verminderen van het aantal files. Dergelijke programma's hadden echter in het verleden gemengde uitkomsten, waarbij sommige niet voldeden aan de beoogde doelen. Dus wat hebben deze programma's nodig om te slagen?
Het Franse 'get-paid-to-bike'-plan uit 2014 biedt een handige vergelijking. Het had een aantal positieve effecten, maar volgens CityLab waren ze niet spectaculair. Terwijl deelnemende bedrijven een toename van 19 procent in het aantal fietsers zagen, kwam het grootste deel van deze verschuiving van mensen die al carpoolden. Dat betekende een bescheiden vermindering van de auto's op de weg, met vijf procent onder pendelende werknemers.
Stimulansen niet verdwenen
Dit kan komen omdat prikkels om te rijden, zoals gratis parkeren op het werk, niet zijn verdwenen. Kijkend naar steden waar fietsen populair is, blijkt dat lagere kosten een belangrijke motiverende factor zijn om de auto in te ruilen voor de fiets. In een onderzoek onder fietsers in Kopenhagen zei slechts zes procent van de respondenten dat ze fietsen omdat het goedkoper was. De meest voorkomende opgegeven reden was 'gemak'. Voor velen in de Deense hoofdstad betekenen goede fietsinfrastructuur en limieten voor autoverkeer in de binnenstad, dat fietsen de snelste en gemakkelijkste manier is om zich te verplaatsen.
Het is onwaarschijnlijk dat in Bari het aantal fietsers in de stad aanzienlijk kan veranderen, als dit los van andere plannen zou gebeuren. De Italiaanse stad heeft echter nog een bonus in petto. Gefinancierd door de nationale overheid, vergoedt Bari ook een deel van de kosten van het kopen van een fiets bij een door de stad goedgekeurde dealer: 100 euro voor tweedehands fietsen, 150 euro voor nieuwe fietsen en 250 euro voor e-bikes.
Fietsnetwerk verbeteren
Als het gaat om rijstroken die fietsers kunnen gebruiken, is Bari er nog steeds niet helemaal. Een doorgaande forenzenroute voor fietsers en voetgangers, gelegen naast een nieuwe autobrug, is nog steeds niet klaar. En dat terwijl auto’s inmiddels al twee jaar over de brug rijden. Zonder een volledig geïntegreerd stedelijk fietsnetwerk, zal Bari's plan om fietsers te betalen de stad niet noodzakelijk het Kopenhagen van het zuiden maken. Het Franse voorbeeld moet de stad niettemin aanmoedigen.