Innovaties en verkeersveiligheid

woensdag 4 februari 2015
timer 7 min
Verkeersveiligheid is een positief begrip. Het staat voor veilig thuiskomen, voor heel en gezond blijven. Maar ook voor een goede doorstroming en minder schades. Investeren in verkeersveiligheid loont dus: volgens het CPB is de verhouding tussen kosten en baten zelfs bijzonder gunstig. Maar blijven investeren is ook nodig. Verkeersonveiligheid is immers geen positief begrip. Verkeersongevallen zorgen jaar in, jaar uit voor veel leed en hoge maatschappelijke kosten. Gemiddeld komen elke dag bijna twee mensen niet meer thuis van werk of school. Ruim 19.000 mensen per jaar raken ernstig gewond, waaronder veel kinderen en ouderen. De kosten van verkeersongevallen in Nederland bedragen volgens de jongste berekening 12,5 miljard euro per jaar.

Ondanks deze aantallen en cijfers is Nederland een van de meest verkeersveilige landen van Europa. En daarmee van de wereld. Hoe kunnen we onze positie versterken? Dit artikel schetst drie innovaties om de verkeersveiligheid verder te vergroten: met beter inzicht, proactieve instrumenten en technologische innovaties.

 

Beter inzicht: betrouwbare en volledigere ongevallendata

De registratie van ongevallen en slachtoffers kende de laatste jaren grote problemen. De Landelijke Medische Registratie (LMR) is niet volledig, omdat niet alle ziekenhuizen aan dit systeem deelnemen. Ook het Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON) is onvolledig: het bevat niet alle slachtoffers die in het verkeer vallen en de letselernst wordt evenmin geregistreerd. Van de ernstig verkeersgewonden waarbij (ook) een motorvoertuig is betrokken, is tot 2009 ongeveer 50 à 60 procent terug te vinden in het BRON-bestand. Daarna daalde het percentage nog verder zodat er de laatste jaren vaak geen goed inzicht bestaat. Vooral van de ernstig verkeersgewonden waarbij géén motorvoertuig is betrokken, is slechts een zeer klein deel terug te vinden (minder dan 10 procent). Er zijn al helemaal geen goede gegevens beschikbaar over bijvoorbeeld de ongevalslocatie of de toedracht van het ongeval.

 

STAR-initiatief

Maar: er is goed nieuws. Dankzij een initiatief van de politie, het Verbond van Verzekeraars en bureau VIA wordt hard gewerkt om alle verkeersongevallen altijd te registreren. Onder de naam STAR (Smart Traffic Accident Registration) zal onder meer de app ‘MobielSchadeMelden’ worden vernieuwd. Hierdoor kunnen ongevalsbetrokkenen naast het melden van de schade bij de verzekeraar, ook direct het ongeval registreren. De politie is gestart met de verbeterde ongevallenregistratie: KenmerkenMeldingPlus. Dit moet de kwaliteit van de ongevallendatabase voor verkeersveiligheid verbeteren. Ook zullen de gegevens sneller beschikbaar komen. De eerste resultaten zijn veelbelovend: er wordt een significant hoger percentage ongevallen geregistreerd.

 

En er is meer goed nieuws, in de vorm van bruikbare nieuwe databronnen zoals ambulancedata en ‘big data’. Ook is het fundament gelegd om de relatie tussen kenmerken van ongevallen en letselernst en letselgevolgen beter in kaart te brengen. Dit kan leiden tot specifieker op typen verkeersdeelnemers en verkeerssituatie toegesneden preventieve maatregelen. Interessant is dat de stelling dat we niet meer kunnen leren van ‘black spots’ – omdat er geen black spots (plekken met veel ongevallen) meer zouden bestaan – aan herijking toe is. Daarnaast maakt een verbeterde registratie van ongevallen het mogelijk om te onderzoeken wat het precieze effect is van investeringen in veiligheidsmaatregelen. En dat brengt ons bij proactieve verkeersveiligheid.

 

Proactieve verkeersveiligheid: indicatoren en instrumenten

Met de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid wordt ingezet op initiatief en innovatie door provincies en gemeenten. Het gaat daarbij om het identificeren van succes en het blootleggen van succesfactoren, zodat goede maatregelen breed kunnen worden toegepast. Het is een mooi streven dat goed bij ons land past. Verkeersveiligheid is geen toeval. Nederland heeft een succesvolle traditie van proactief werken aan veiligheid. Samen met het VK en Zweden liep ons land voorop in het ontwikkelen van bijbehorende veiligheidsindicatoren. In jargon heten die indicatoren SPI’s: Safety Performance Indicators. Belangrijkste kenmerk van dergelijke veiligheidsindicatoren is dat het actieve sturing op meer veiligheid mogelijk maakt. Het zijn stuk voor stuk zaken waar je, als je er vooruitgang op boekt, bijdraagt aan meer veiligheid. Denk aan kenmerken van de weg (het percentage wegen waar bijvoorbeeld geen frontale botsingen mogelijk zijn) maar ook aan gedrag (alcoholgebruik, snelheid, stoppen voor rood).

 

ProMeV

Vanuit het adagium ‘voorkomen is beter dan genezen’ hebben de provincies een instrument laten ontwikkelen: ProMeV. ProMeV staat voor Proactief Meten van Verkeersveiligheid en beslaat een instrument waarin SPI’s gekoppeld worden aan verkeersverbindingen en wegen in provincies. Het prototype is inmiddels klaar en getest. Op dit moment is een aantal provincies bezig actuele gegevens over verkeersstromen, wegkenmerken en gedrag in te voeren. Het is de bedoeling dat provinciale bestuurders beter onderbouwde beslissingen kunnen nemen en gericht kunnen inzetten op effectieve maatregelen voor verkeerssysteem, infrastructuur en gedrag. Zo’n proactieve aanpak heeft voordelen aan de voor- en achterkant. Vooraf kan het verwachte rendement van investeringen beter zichtbaar worden gemaakt. Maatschappelijke kosten en baten kunnen beter worden vergeleken. Aan de achterkant kan – zeker als we straks beschikken over betere ongeval gegevens – het werkelijke rendement van maatregelen beter worden geëvalueerd. Zo draagt de combinatie van veiligheidsindicatoren en ongevalsgegevens bij aan een cyclus van positief leren en verantwoorden: gericht speuren naar successen.

 

Technologische innovaties: kansen voor veiligheid, mits…

We leven in een interessante tijd. Technologische innovaties hebben momenteel grote impact op verkeer, voertuigen en redding en revalidatie. Daarmee verandert ook de – discussie over – verkeersveiligheid. Op de eerste plaats gaat het om technologie die kan helpen bij verkeersmanagement. Het steeds sneller informeren over verkeersopstoppingen kan kop-staartbotsingen schelen. Ook het beter managen van verkeersstromen, door gerichte suggesties over alternatieve, veiligere routes kan helpen. Wegbeheerders zijn zich van deze ontwikkelingen bewust. Onder noemers als ‘Beter geïnformeerd op weg’ en ‘Smart Mobility’ wordt door de rijksoverheid geanticipeerd op kansen en mogelijkheden. Zo kan mobiliteit beter worden gespreid, wat het ook veiliger kan maken. Ten tweede is er de technologie in en om de auto. Op dit moment zijn er veiligheidsvoorzieningen op de markt die nog maar enkele jaren terug als science fiction golden. Denk aan een City Smart systeem of aan de combinatie van lane departure warning, adaptieve cruise controle, brake assist en file-assistenten. We evolueren snel in de richting van de zelfrijdende auto. Ook wat betreft het ontwikkelen van airbags aan de buitenkant van de auto gaat men steeds verder. Ze waren er al voor voetgangers en ze zijn er nu ook ten behoeve van fietsers.

 

Veiligheidstechniek in de auto zorgt ervoor dat er een steeds kleinere rol voor de mens is weggelegd. De autonoom rijdende auto is momenteel sterk in opkomst. SWOV verwacht daarbij een sterk afnemende tolerantie voor verkeersdoden: hoe afhankelijker we raken van technische systemen, hoe veiliger die systemen moeten zijn. Deze afnemende acceptatie van ‘verkeersleed’ is een grote kans voor meer verkeersveiligheid. Het gaat er wel om dat de transitie naar een meer geautomatiseerd systeem verantwoord plaatsvindt, waarbij goed rekening wordt gehouden met gedragseffecten (verminderde aandacht of juist compensatiegedrag: méér risico’s opzoeken). Tegelijkertijd speelt een groot deel van het wegverkeer zich vooral in stedelijke gebieden in de toekomst ‘low-tech’ af: te voet, op de fiets, e-bike of scooter.

 

Conclusies

Nederland is een van de verkeersveiligste landen van Europa en ook van oudsher sterk gericht op innovatie. De ambitie is de technologische innovaties op het vlak van zowel verkeersmanagement als onder de motorkap te benutten. En dat is een goede zaak. Daarbij geldt dat zowel provincies als Rijkswaterstaat investeren in een proactieve aanpak, met bijbehorende indicatoren. Als we daarbij optellen dat er betere gegevens over ongevallen in het verschiet liggen dan kan de conclusie niet anders zijn dan dat er grote kansen liggen om de verkeersveiligheid in Nederland verder te vergroten. Daarbij gelden drie voorwaarden. Duidelijke verantwoordelijkheden, het benutten van wegonderhoud als kans om veiligheid te vergroten en het actief opsporen en delen van successen. Positief is daarbij dat we kunnen aanhaken op het enthousiasme en commitment van vele partijen.

Sinds de vernieuwing van de MobielSchadeMelden app wordt een significant hoger percentage ongevallen geregistreerd