Nederland neemt steeds vaker een voorbeeld aan België
Waar Nederland vooral scoort op incidentele programma’s voor werkgevers en subsidieregelingen, kiest Vlaanderen voor een structurele inbedding van mobiliteitsmanagement in het gemeentelijke verkeersbeleid. De samenwerking met de openbaar vervoersector is hierin een vast onderdeel. Zo maakt bus vervoerder De Lijn het gemakkelijk voor bedrijven om abonnementen af te sluiten of om extra vervoer in te kopen. Landelijk stimuleren de federale diagnoses van het woon-werkverkeer de interactie tussen werkgever en werknemer en ondersteunen belastingmaatregelen de omslag naar fiets en openbaar vervoer.
Behendig manoeuvreren
In Vlaanderen richt verkeerskunde zich wat minder op verkeerstechniek dan bij ons. De blik is daar sterker gericht op zaken als ruimtelijke ordening en mobiliteitsmanagement. België kent minder overheid en minder beleid dan Nederland. De complexe organisatie van de overheid vereist behendig manoeuvreren tussen diverse belangen van werkgevers en werknemers. Je zou er bijna van ‘polderen’ kunnen spreken. ‘Minder overheid’ leidt ertoe dat projecten als het Vlaamse Pendelfonds werken met cofinanciering. Werkgevers kunnen in aanmerking komen voor subsidies, als ze mobiliteitsmanagement willen oppakken. Voorwaarde is dat ze de helft zelf bijdragen. Voordeel is dat de overheid dan weet dat het bedrijf echt wat wil. Gevolg van ‘minder overheid’ is ook dat de diverse campagnes eenvoudig maar doeltreffend zijn. En zo zijn opgezet dat je het resultaat gemakkelijk zichtbaar kunt maken. De campagnes lopen vaak vele jaren, wat de kans op herkenning bij het publiek vergroot.
Mijn korte ritten in Vlaanderen
Zo vindt elk jaar van 21 maart tot 21 april de campagne ‘Mijn Korte Ritten’ plaats: in 2014 voor de tiende keer. Doel is het stimuleren van lopen en fietsen voor korte verplaatsingen. Groepen mensen ondertekenen een korte-rittencontract en beloven daarmee dat ze een maand lang 20 procent van hun korte autoritten op een andere manier afleggen. Alle ritten komen in aanmerking: naar de sportclub, het werk, de winkel, de crèche. Alle mogelijke groepen kunnen meedoen: bedrijven, (sport)verenigingen, vriendenkringen en buurtcomités. Deelnemers registreren hun uitgespaarde autokilometers en krijgen een overzicht met de verbrande calorieën en uitgespaarde uitstoot en kosten. Ze motiveren elkaar omdat ze elkaars scores kunnen vergelijken. De organisator verloot prijzen onder de deelnemers, zoals een fiets- en wandelweekend, fietstassen en reischeques voor de trein. Telkens is een bekende TV-persoonlijkheid boegbeeld van de campagne.
Cijfers in 2013: 15.315 slagroomtaartjes
In 2013 deden in 24 gemeenten 147 groepen met in totaal 1.368 deelnemers mee. Zij bespaarden:
- 14.725 korte ritten
- 102.740 km
- 2.6 keer om de aarde
- 16.849kg CO2-uitstoot
- 4,11kg fijn stof
- € 47.260 maatschappelijke kosten
- € 32.877 individuele kosten
De deelnemers verbrandden 4.591.602 kilocalorieën, wat volgens de organisatie overeenkomt met 15.315 stukken slagroomtaart of 8.663 zakken friet met mayonaise.
Lessen uit Europa voor Nederland
Nederland kan niet alleen leren van België als het om het effectief inzetten van mobiliteitscampagnes gaat. Op het KpVV Weblog Slim Reizen zijn de tien belangrijkste lessen uit Europa op een rij gezet:
Les 1: De overheid jaagt slim reizen aan
Les 2: Doe het ook voor de stad
Les 3: Bedien ook andere doelgroepen
Les 4: Zet marketing in voor ander gedrag
Les 5: Stel mobiliteitseisen aan bouwprojecten
Les 6: Sluit meer allianties
Les 7: Zet ook het Rijk aan het werk
Les 8: Maak het OV beter en simpeler
Les 9: Maak de keten makkelijker
Les 10: Verander de cultuur en maak mensen bewust
En tot slot: evalueer!
Lees meer over de lessen uit Europa op www.verkeerinbeeld.nl/tienlessen
Meer informatie op www.mijnkorteritten.be
Auteur: Friso Metz - KpVV