Schultz geeft andere kijk op bereikbaarheid tijdens BB-congres
Positieve gedragsbeïnvloeding
“Hiervoor moeten we niet alleen meer samenhangend naar vraagstukken kijken, maar ook meer vraaggericht: samen met regio’s en werkgevers kijken naar andere naar oplossingen dan nieuwe infra”, luidde de boodschap van Schultz. Maar om de doelstellingen van het programma Beter Benutten te realiseren, moeten we in de eerste plaats de reiziger bereiken. Hoe motiveren we de reiziger om de bestaande infrastructuur spitsmijdend te bereizen? En hoe inspireren we hen tot het maken van slimmere keuzes? Kortom, hoe kunnen we de reiziger een duwtje in de goede richting geven?
De nabije toekomst
Schultz stelde dat we de toekomst niet kunnen voorspellen, maar dat we de toekomst wel kunnen verkennen. “Er zijn vier trends die van invloed zijn op de Nederlandse mobiliteit: verstedelijking, verduurzaming, veranderend gedrag en informatisering. Uit de nieuwste cijfers van het CBS/PBL blijkt dat Nederland de komende 15 jaar met 650.000 mensen groeit en dat driekwart van de groei plaatsvindt in de steden. Dit vraagt om andere bereikbaarheidsoplossingen waarbij meer naar de samenhang wordt gekeken: niet alleen naar de auto, maar ook naar OV en fiets. We moeten ook kijken naar ruimte en leefbaarheid. Ik kan immers wel zeven rijstroken om de stad leggen, maar ik kan er niet doorheen.” Schultz stelde dat bedrijven in het kader van verduurzaming steeds meer nadenken over de kosteneffectiviteit en hun imago. Hierdoor nemen ze steeds slimmere maatregelen, bijvoorbeeld in het kader van stedelijke distributie. “Ook de auto-industrie is volop in beweging met de ontwikkeling van de elektrische en waterstofauto en de elektrische fiets neemt een enorme vlucht: er zijn al meer dan een miljoen verkocht!” In het kader van de informatisering gaf Schultz aan dat bereikbaarheid een andere betekenis krijgt: iedereen is onderweg bereikbaar. “Daardoor verbetert de reisinformatie onderweg meer en meer, zowel in het OV als de auto, met daarnaast de nieuwe mogelijkheden die slimme auto’s bieden. Ook wordt er steeds flexibeler gewerkt: mensen maken vaker de afweging of ze wel op pad moeten en of ze niet op een ander tijdstip kunnen vertrekken.”
Andere oplossingen nodig én mogelijk
Schultz concludeerde dat er andere oplossingen dan alleen nieuwe infrastructuur nodig én mogelijk zijn. Nodig door de verstedelijking en mogelijk door innovatie. “Cijfers van de laatste Mobiliteitsbalans laten zien dat de mobiliteit zonder aanvullende maatregelen tussen 2015 en 2017 met gemiddeld 2,5 % per jaar stijgt. Er ligt vooral een grote opgave in de steden, waarbij de traditionele methode niet voldoende is. Maar er liggen veel kansen voor een andere aanpak. De eerste tussenstand laat zien dat we op de goede weg zijn, maar jullie inzet blijft heel hard nodig!”
Dubbele afspraak
Daarom maakte Schultz een dubbele afspraak: “We maken af waar we aan zijn begonnen en komen onze eerder gemaakte afspraken en toezeggingen op tijd na. Daarnaast zetten we in op een nieuwe ronde Beter Benutten.” Deze belofte werd onderstreept met de ondertekening van de nieuwe bereikbaarheidsverklaringen (2015-2018), waarbij het accent nog meer ligt op innovatieve maatregelen en gedragsverandering. Schultz benadrukte dat inzetten op een nieuwe ronde Beter Benutten alleen lukt als we voldoen aan twee voorwaarden: “Door het verzamelen, ontsluiten en delen van data, alleen dan kunnen we slimme oplossingen voor reizigers bieden, en door intensieve samenwerking van regio’s, het bedrijfsleven en het Rijk. Dit mag nog veel breder en intensiever worden ingezet.”
‘Er breekt een nieuwe periode aan’
Schultz sprak de aanwezigen in de zaal persoonlijk aan en gaf tot slot als boodschap mee: “Jullie zijn hard nodig om Nederland slimmer bereikbaar te maken, want er breekt een nieuwe periode aan. We zijn gewend aan de ‘gewone autoweg’, maar misschien moet het goederenvervoer wel ondergronds, of moeten we het zoeken in superbussen met Wi-Fi. Of moeten we de ruimte zoeken in de lucht? Misschien gaan we naar gestapelde wegen met autonoom vervoer, of eindigen we gewoon weer bij het paard…”