Smart Mobility als antwoord op veranderende wereld
Voor de ontwikkeling van innovatieve oplossingen is het echter van belang een aantal trends en ontwikkelingen in ogenschouw te nemen. Zo woont in 2020 naar verwachting zo’n 70 procent van de wereldbevolking in steden. Dit heeft niet alleen consequenties voor de mobiliteitspatronen, maar ook voor de knelpunten in het netwerk. Parkeren in de stad wordt een steeds grotere opgave en reisinformatie en verkeersmanagement nog meer van belang om de doorstroming en bereikbaarheid van gebieden op een maatschappelijk acceptabel niveau te houden. Ook is er sprake van een forse toename van het fietsgebruik in Europese steden, door deelfietsen en elektrificatie. Wat de verschillende doelgroepen betreft: steeds meer ouderen gaan reizen door een betere gezondheid en het gebruik van rijtaak ondersteunende diensten. Jongeren zijn minder gericht op autobezit en -gebruik en flexibeler in hun mobiliteitskeuzes. Hierdoor ontstaat een explosieve groei en diversificatie in informatie aanbod en -aanbieders.
Waarde collectieve informatie neemt af
Reizigers maken meer dan ooit eigen afwegingen, op basis van een steeds verder verrijkte en gepersonaliseerde informatievoorziening, waar ze op elk moment van de dag over kunnen beschikken. De waarde en invloed van collectieve informatie neemt steeds verder af. Reizigers zoeken zelf flexibele vervoersdiensten en mobiliteitsopties. Er ontstaat een andere vraag naar diensten met snelle veranderingen en een sterke dynamiek. Van de overheid wordt niet gevraagd dit proces te sturen, maar te faciliteren. De explosieve groei van smartphones, draagbare computers en de beschikbaarheid van WiFi maakt dat alles met elkaar verbonden raakt. Dit creëert ook nieuwe mogelijkheden om reizigers en specifieke doelgroepen te bereiken, te volgen of te faciliteren in hun mobiliteitskeuzes.
Technologie ontwikkelt snel
Coöperatieve systemen, smart cars, smartphones en autonome voertuigen: de technologische ontwikkelingen gaan snel. Verwacht wordt dat binnen tien jaar zo’n 60 procent van het Nederlandse wagenpark connected zal zijn via communicatietechnologie voor de lange en/of korte afstand communicatietechnologie. Dit zal zich verder doorzetten: op een termijn van 15 tot 20 jaar zal naar verwachting nagenoeg het volledige wagenpark connected zijn. Hiertoe ontstaat er een duidelijke trend naar meer openheid in data, software, standaarden voor communicatie en platforms voor diensten (onder andere in voertuigen). De verwachting is dat een bredere beschikbaarheid van publieke verkeersdata (open data beleid) en de combinatie van meer en grotere databronnen (big data) leidt tot nieuwe inzichten en innovatieve diensten en bedrijven. Gezien het internationale speelveld waarop deze vraagstukken zich afspelen zal Europa zich hier de komende jaren nog nadrukkelijker in mengen met wet- en regelgeving.
Rol wegbeheerder verandert
Ook de verhoudingen tussen publieke en private sector zijn volop in beweging. Deze ontwikkeling heeft consequenties voor de rol van bijvoorbeeld de wegbeheerders. Nieuwe aanbieders van producten en diensten op het gebied van verkeersinformatie en verkeersmanagement bieden zich aan, en zijn in staat individuele weggebruikers te bereiken. Voor wegbeheerders komt het accent daardoor (nog) meer te liggen op het bewaken van de collectieve belangen, zoals bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid.
Optimale dienstverlening
Verkeersinformatie en verkeersmanagement wordt een domein waarop een veelheid aan publieke en private spelers actief is. Deze activiteiten moeten onderling goed op elkaar afgestemd zijn voor een optimale dienstverlening aan de weggebruiker. De traditionele relatie tussen overheid en markt maakt plaats voor dienstenketens waarin markt en overheid intensief samenwerken en hun eigen toegevoegde waarde leveren. In het actieprogramma ‘Beter geïnformeerd op weg’ stippelen overheid en markt samen een koers uit, met als leidend perspectief:
- Voordeel reizigers: betere reisinformatie zodat ze efficiënter kunnen reizen op de snelwegen, de onderliggende wegen en in stedelijk gebied.
- Voordeel Nederlandse bedrijven: zij kunnen nieuwe mobiliteitsoplossingen ontwikkelen waarvoor binnen en buiten Nederland veel belangstelling is.
- Voordeel overheden (Rijk en regio): de algemene doelstellingen (bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid) kunnen beter en meer kosteneffectief worden gerealiseerd.
Samenwerking conform actieprogramma BGOW
De Routekaart van het actieprogramma ‘Beter Geïnformeerd op Weg’ is het begin van een intensief samenspel, gericht op het realiseren van innovatieve mobiliteitsoplossingen voor een bereikbaar, veilig en leefbaar Nederland. Omdat Intertraffic Amsterdam bijna 26.000 bezoekers uit 123 verschillende landen wereldwijd trekt, biedt een gezamenlijke préséance op het Smart Mobility Center mogelijkheden om de concurrentiepositie van Nederland te versterken. De opgedane kennis omtrent verkeers- en mobiliteitsmanagement en de ervaringen op het gebied van publiek-private samenwerking zijn een exportproduct voor het Nederlandse bedrijfsleven geworden. In het actieprogramma ‘Beter Geïnformeerd op Weg’ zetten bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen samen hun schouders onder het door ontwikkelen van de dienstverlening voor reisinformatie en verkeersmanagement. Overheden, leveranciers, consultants en kennisinstellingen laten gezamenlijk talloze mobiliteitsoplossingen zien in het Smart Mobility Center. Een aantal deelnemers aan het Smart Mobility Center geeft hun visie op de huidige ontwikkelingen en in hoeverre hierop wordt ingezet in de praktijk.
DITCM - Dutch Integrated Test site for Cooperative Mobility
Binnen DITCM is een gezamenlijk programma ontwikkeld voor publiek-private realisatie. DITCM wil hiermee kennis, methoden, faciliteiten en oplossingen bieden om slimme mobiliteit versneld beschikbaar te maken op de weg. Joelle van den Broek van DITCM Innovations: “We geloven sterk in ‘learning by doing’. We willen de realisatie van nieuwe, slimme mobiliteitsoplossingen versnellen door project overschrijdend de handen ineen te slaan. Dit betreft onderwerpen als ‘wat vindt de mobilist’, ‘wat zijn de effecten bij opschaling’, ‘hoe maken we de systemen robuust en secure’, ‘hoe zorgen we ervoor dat onze oplossingen aansluiten bij internationale ontwikkelingen’ en ‘welke rolverdelingen en nieuwe business cases zullen ontstaan’. Onderwerpen die alle DITCM partijen belangrijk vinden en die efficiënter en effectiever opgepakt kunnen worden door samenwerking van de triple helix: overheden, bedrijven en kennisinstellingen.” DITCM is hiermee het living lab voor Nederland: nieuwe ontwikkelingen worden hier van concept tot deployment geleid. Dit innovatie programma geeft invulling aan de transitiepaden zoals beschreven in de Routekaart ‘Beter geïnformeerd op Weg’ en technologische uitdagingen in de roadmap Automotive en Smart Mobility van de topsector HTSM (High Tech Systemen en Materialen).
Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW)
“De mogelijkheden die ontstaan door Smart Mobility zijn groot, maar roepen ook nog veel vragen op”, aldus Olaf Vroom van de NDW. “Wij gaan uit van veel veronderstellingen, zoals het overnemen van verkeersmanagementtaken door het bedrijfsleven, en de individualisering van reisinformatie. Voor gegevensstromen maakt het niet zoveel uit of de ontvanger publiek of privaat is. Waar naar ons inzicht de knelpunten liggen zijn de business cases voor het bedrijfsleven en de maatschappelijke kosten-baten voor de overheden.” Stelt u zich eens voor: 60 procent van uw medeweggebruikers krijgt persoonlijke reisinformatie in de auto. Het is druk op de Amsterdamse ring; het netwerk loopt bijna vast. Er moet wat gebeuren en dus gaan de navigatieleveranciers het verkeer ‘verdelen’ over de beschikbare wegcapaciteit. Dat betekent dat u mogelijk een ander advies krijgt dan uw buurman. U komt daardoor later thuis omdat u omgeleid bent. Bent u dan tevreden over uw navigatieleverancier? Of u bent een dienstverlener op het gebied van routeplanning en –geleiding en maakt zich door de geschetste situatie zorgen over het behoud van uw klanten. Durft u eigenlijk wel het verkeer te verdelen over de beschikbare capaciteit, als uw klanten daardoor ontevreden zijn? Kunnen uw klanten hun persoonlijk belang overstijgen en kijken naar het collectieve belang van een functionerend netwerk? En verplaatst u zich eens in de overheid. Als het helemaal vastloopt of er zijn calamiteiten, dan wilt u dat er omleidingen worden ingesteld die in de navigatie terecht komen. Gaan de serviceproviders hier aan meewerken? En welke gegevens gaat u uitwisselen met hen? Vroom: “Kortom, het is goed dat er programma’s zijn zoals Beter Benutten en ‘Beter Geïnformeerd op Weg’, want er is nog flink wat werk aan de winkel!”
Metropoolregio Amsterdam – Praktijkproef Amsterdam
Dankzij een alsmaar groeiende wereldbevolking zal halverwege deze eeuw bijna driekwart van alle mensen in verstedelijkt gebied leven. Dit is een trend die zaken als bereikbaarheid en leefbaarheid stevig onder druk zet. Bedrijfsleven, overheid en wetenschap bedenken gezamenlijk oplossingen die wegennet en milieu kunnen ontlasten. De Metropoolregio Amsterdam speelt op deze trends in met slim verkeersmanagement: het resultaat van overheden, marktpartijen en kennisinstituten die intensief samenwerken. Door gezamenlijk te opereren kunnen de schaal en het succes van de toepasbaarheid van verkeerstechnologie worden vergroot. Een mooi voorbeeld is het pilotproject PPA: Praktijkproef Amsterdam. Dit is een programma dat is opgezet om files in de regio Amsterdam te verminderen. Het is een grootschalige proef met innovatief gebruik van technologieën in de auto en langs de weg. Vanuit het Rijk wordt met interesse meegekeken, omdat de resultaten die de test boekt van belang zijn voor de invulling van het initiatief ‘Beter Geïnformeerd Op Weg’. Bij de Praktijkproef Amsterdam reageren verkeerslichten en TDI’s (verkeerslichten bij de opritten naar de snelweg) gecoördineerd op filevoorspellingen. Bovendien krijgen ongeveer 30.000 weggebruikers persoonlijke reisinformatie in de auto om zelf de beste reiskeuze te maken. Twee consortia, Arcadis/VID en ARS/TNO, gaan deze In-Car-informatiediensten vanaf medio 2014 aanbieden. De eindevaluatie voor de proef als geheel is voorzien in 2015. Hieruit zal onder andere moeten blijken of er aanleiding is de pilot te herhalen en daarbij uit te breiden naar geheel Nederland of buitenland als testgebied. De gedachte bij de praktijkproef is: liever op verschillende plaatsen een beetje drukte, dan een grote opstopping die zich als een olievlek uitbreidt en steeds meer punten op het wegennet lamlegt. De proef gaat na in hoeverre deze aanpak ertoe leidt dat opstoppingen later beginnen, korter zijn en eerder oplossen. Bij goede resultaten en aangetoonde kosteneffectiviteit biedt dit mogelijkheden voor nationale en internationale toepassingen en kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Technolution
De autonoom rijdende auto, connected navigatie, dynamische rijstrookbegeleiding; Technolution is bij veel partijen betrokken als innovatiepartner en realisator. Een mooi voorbeeld is het initiatief ‘The Tube’ in Kopenhagen. Voorkeursroutes worden hierbij als een metrokaart weergegeven, waarbij regelscenario’s continu de prestaties van al deze routes berekenen. Hiermee kan direct real-time worden ingespeeld op een evenement of vertraging. Dit kan doordat elke weggebruiker individueel wordt geleid over de routes. Dit is gebiedsgericht benutten, waarbij ook de voorkeurroutes flexibel worden ingericht. Als er vertraging of een evenement is wordt er gelijk op geanticipeerd. Programmamanager Paul van Koningsbruggen: “De tijd dat de wegbeheerder het alleenrecht op verkeersmanagement had is voorbij. De optimale doorstroming voor het individu kan tegenstrijdig werken aan het optimum voor het gehele netwerk. Als wegbeheerders en serviceproviders (bijvoorbeeld navigatieleveranciers) samenwerken om het netwerk beter te benutten, volgt vanzelf een betere doorstroming. Belangrijk onderdeel hierbij is dat we meer met gemeten data gaan doen. De Praktijkproef Amsterdam is een mooi voorbeeld: door de koppelingen die worden gemaakt, begrijpen we steeds beter hoe we de kiemen van een verkeeropstopping kunnen detecteren en beïnvloeden. Ik denk dat een toenemend aantal serviceproviders apps en andere slimme diensten op de markt gaat brengen om automobilisten te geleiden. Daarnaast worden werktijden beter afgestemd, waardoor na de spits wordt begonnen of vaker thuisgewerkt. 2014 wordt het jaar voor wegbeheerders om zich in deze nieuwe technologieën te verdiepen. In Nederland is door de aanbestedingsprocessen een kloof ontstaan tussen wat de industrie aanbiedt en wat de wegbeheerder wil. Daar is te weinig discussie over en daardoor komen innovatieprocessen niet verder. Het is nu de tijd om door samenwerking verder te komen.”
CGI
Niet meer asfalt of meer spoor, maar het veel slimmer gebruiken van informatie en een persoonlijk reisadvies voor reizigers: daarin ligt volgens CGI de oplossing van het mobiliteitsprobleem. CGI heeft in Nederland haar eigen expertisecentrum op het gebied van verkeer en vervoer. Een belangrijke ontwikkeling in verkeersmanagement is de overgang van systemen voor iedereen, zoals de informatieborden langs de snelweg, naar persoonlijke informatievoorziening. Ruim twee derde van alle Nederlanders heeft inmiddels een smartphone en dat biedt de mogelijkheid voor een persoonlijk reisadvies. “Daar ligt dè oplossing voor effectievere en duurzamere mobiliteit”, zegt Dirk de Groot, vice president Infrastructuur & Milieu bij CGI. “Verkeersmanagement wordt steeds intelligenter, mede dankzij de ontwikkelingen in open data en big data. Middels open data kunnen gegevens worden gedeeld en gecombineerd voor oplossingen, zoals een app die een automobilist naar een lege parkeerplek leidt of de treinreiziger naar een zitplaats. Met de analyse van big data kan beter geanticipeerd worden op verkeersdrukte. Bovendien kan dit soort data in een simulatieomgeving gebruikt worden om te onderzoeken welke maatregelen het meeste effect hebben. Rijk, provincies en gemeenten zijn momenteel bezig een nieuwe generatie verkeersmanagementsystemen te implementeren, waarin simulatie een veel belangrijker rol zal spelen. Met als uiteindelijk doel dat reizigers snel en comfortabel op de plaats van bestemming komen en Nederland veilig, bereikbaar en leefbaar blijft.”
Goudappel (DAT.Mobility, MAPtm, Goudappel Coffeng)
“Smart omgaan met Smart Mobility betekent de kunst van het verbinden”, aldus Jos van Kleef, CEO van de Goudappel Groep. De dienstverlening is ook hier verschoven van aanleggen en uitbreiden naar het steeds slimmer gebruiken van infrastructuur, onder meer middels gedrag- en cultuurbeïnvloeding en technologie. Concepten als Spitsmijden rusten op beide pijlers: verbinding dus. “Verbinden geldt op allerlei niveaus: tussen steden, mensen, voertuigen, reizigers en infrastructuur, tussen publiek en privaat en vooral tussen disciplines.” Als Van Kleef één advies heeft voor iedereen die met smart mobility aan de slag wil is het dit: “Waak voor disciplinedominantie, omarm diversiteit, sla bruggen. Smart Mobility of een smart City wordt net zo zeer bepaald door technologie als door de menselijke behoeften en beperkingen.” Concreet verwacht Van Kleef veel van reisinformatiediensten. Deze worden steeds actueler, slimmer en persoonlijker. Dat komt uiteraard door technologie en data, maar ook omdat we reiskeuzegedrag steeds beter begrijpen en dus kunnen beïnvloeden. “Met dit soort diensten geven we de regie terug aan de reiziger, want daar gaat het om: mensen. Smart mobility betekent bouwen aan vitale steden voor mensen zoals u en ik, onze ouders, onze kinderen. Dat mag je nooit vergeten.”
BEREIK!
In de provincie Zuid-Holland werken de wegbeheerders onder de noemer BEREIK! samen aan verbetering van de bereikbaarheid, volgens de principes informeren, adviseren, sturen en accommoderen. Verkeersinformatie en verkeersmanagement zijn onderdelen van een heel pakket aan maatregelen. Vier verkeerscentrales zorgen door het inzetten van regelscenario’s voor verbetering van de doorstroming. Hiermee kunnen zowel op lokale, provinciale als rijkswegen maatregelen worden genomen. Waar nodig of mogelijk wordt samengewerkt en afgestemd. Dit gebeurt op operationeel niveau via de regiodesk, in de voorbereiding van scenario’s via het regionaal verkeerskundig team, bij de realisatie van systemen, bij het doen van onderzoek naar verbeteringen en op tactisch niveau. Patrick van Norden, programmamanager BEREIK!: “Over de geschetste trends in het programma ‘Beter Geïnformeerd op Weg’ denken we gezamenlijk na. Over de nieuwe kansen die het oplevert, maar ook over nieuwe uitdagingen waarvoor we staan, de toepassing in onze regio en de bijdragen die we aan de ontwikkeling kunnen leveren. Centraal staat het verminderen van vertraging op het wegennet door dagelijkse files, wegwerkzaamheden, evenementen en incidenten. Door het koppelen van wegkantsystemen aan verkeerscentrales en verdere automatisering van processen zal de inzet sneller en effectiever worden. Om onze inzet van maatregelen nog effectiever te maken moeten we in de toekomst nauwer samenwerken met serviceproviders, werkgevers en publiekstrekkers en oog hebben voor het handelen van de individuele consument. Helpt u ons de bereikbaarheid in Zuid-Holland verbeteren?”
Dit artikel is verschenen in Verkeer in Beeld #1 2014.