Van living lab naar slim en gezond stedelijk ontwerp
Door: Annelies Kant
In 2016 startte het Lab met de vraag: “Waar zetten we op in met gezond stedelijk leven voor iedereen en hoe lossen we dat samen op? Het Lab stelde gezondheid en een gezonde leefomgeving centraal en werkte daaraan vanuit de onderwerpen circulaire economie, klimaatneutrale en -robuuste steden, schone en duurzame mobiliteit en het uitnodigen tot gezond gedrag. De resultaten zijn aangeboden aan de gemeente Utrecht als inbreng voor de Omgevingsvisie voor het ‘slimme en gezonde’ Beurskwartier en het Lombokplein. Ze dragen daarin bij aan verschillende ambities: een autovrij middengebied, een fijnmazig fiets- en voetgangersnetwerk, groene looproutes, eigen warmte- en koudevraag voorziening, eigen wateropvang en circulair bouwen.
Reflectie ontwerpend onderzoek
Peter Steijn, themadirecteur Gezond Stedelijk Leven bij de gemeente Utrecht: “In het Living Lab zijn we met elkaar op zoek gegaan naar nieuwe oplossingen. Door af te wijken van de reguliere werkwijze, was er ruimte om nieuwe dingen te bedenken. Het is goed gelukt.”
Plannen moeten bijdragen aan gezondheid en geluk
Rijksadviseur Daan Zandbelt zette de plannen voor het Beurskwartier in het bredere perspectief van duurzame en gezonde verstedelijking. Hij pleit ervoor om alle plannen te toetsen aan ‘gezondheid’ en ‘geluk’. “Scoren ze daar onvoldoende op, dan is het per definitie een slecht plan.” Tegelijkertijd is het nodig om grote opgaven in samenhang te beschouwen. Dit zijn: klimaatadaptatie, transitie van de landbouw in het landelijk gebied, verstedelijking en de energietransitie. Volgens Zandbelt is er geen tijd, geld of ruimte om deze opgaven los van elkaar op te pakken. “Als er 100.000 huizen bij worden gebouwd, moeten we op een andere manier over mobiliteit nadenken. Zo kunnen we meer de nabijheid promoten en functies mengen.” Door kwaliteit voorop te stellen en te kijken naar de lange termijn, krijgen we een rijker, hechter en schoner Nederland, stelde de Rijksadviseur.
Meer informatie vindt u op hier.
Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 1, Maart 2019