Veerdienst Gorinchem gaat elektrisch

De gemeenteraad gaf eind juli groen licht om 4,2 miljoen euro te investeren in de elektrificatie van de eerste twee exemplaren. Riveer is oorspronkelijk eigendom van de gemeente Gorinchem, legt directeur Johan Hania uit. In de loop der jaren is de dienst flink uitgebreid en inmiddels varen de veerponten in zeven gemeenten, verdeeld over drie provincies.

Tot dusver wordt in Europa alleen nog maar in Scandinavië met elektrische veren gevaren, zoals in Zweden met de BB Green waar ook het Rotterdamse Aqualiner aan meedoet. Het is dus nogal een onontgonnen terrein. “Natuurlijk gaan we daar uitdagingen tegenkomen”, aldus de directeur van Riveer. “Maar we gaan gewoon starten. Het is een mooie ontwikkeling.”

Aanleiding

In de toekomstvisie van de gemeente staan elf ambities genoemd voor 2032. Verduurzaming is daar een van. “Dus als veerdienst nemen wij deel aan die duurzaamheidsslag. De branche is grootverbruiker van gasolie”, zegt Hania. “Met de ombouw van diesel naar elektrisch kunnen we straks 1600 ton aan CO2-uitstoot besparen. Daar zit – ook financieel – een enorme winst.”

Ferry Innovation Centre

Samen met ontwerper CoCo Yachts en de toekomstige bouwer (de Europese aanbesteding loopt nog) neemt Riveer deel aan het Ferry Innovation Centre (FIC), een eis van de gemeente. In het kenniscentrum wordt onderzoek gedaan en verder ontwikkeld. “We willen met zo min mogelijk vermogen zo weinig mogelijk water verplaatsen tegen de laagst mogelijke weerstand. Dus moet je kijken naar rompvorm, materiaalkeuze, de accu, noem maar op.”

Planning

Van tevoren werd daar onderzoek naar gedaan en viel de keuze op een catamaran-model. Momenteel is de aanbestedingsprocedure gaande, waarna begin 2019 de bouw van twee nieuwe elektrische veren start, die in 2020 operationeel moeten zijn. “Het voorstel is om voor 2023 vier elektrische schepen te water te hebben. Daarna volgen de overige drie”, zegt Hania.

Doorontwikkelen

In het FIC gaat het onderzoek ondertussen volop verder. “Wellicht kunnen we in de toekomst overgaan op waterstofcellen of brandstofcellen. We willen kennis opdoen, die we wereldwijd kunnen inzetten. We gaan mooie tijden tegemoet”, besluit hij tevreden.

Dit artikel is verschenen in Verkeer in Beeld 4, oktober 2018.