Het Nederlands Loopstromenmodel van Goudappel helpt gemeenten bij de invulling van efficiënt voetgangersbeleid.
Beleid maken met het Nederlands Loopstromenmodel
Zo goed als iedereen is elke dag voetganger. Je reis, met wat voor doel dan ook, begint immers bij de voordeur. Toch krijgen gemeenten maar weinig vat op die benenwagen. Er zijn weinig databronnen beschikbaar over voetgangers, terwijl er meer dan genoeg cijfers over auto’s en fietsen te vinden zijn. Nu de ruimte voor met name de auto steeds schaarser wordt, loont het de moeite om de fysieke leefomgeving geschikter te maken voor voetgangers, zodat het er ook in de toekomst prettig toeven is en blijft. Meer ruimte voor de voetganger past ook bij duurzame verstedelijking. Goudappel ontwikkelde het Nederlands Loopstromenmodel, dat gebruikt kan worden bij het maken van efficiënt voetgangersbeleid. “We begonnen ermee vanuit een concrete vraag omtrent het Buitenreclame Onderzoek, de marktstandaard voor het meten en rapporteren van buitenreclame, welke in 2024 mede door DAT.mobility (onderdeel van Goudappel) compleet vernieuwd is”, vertelt Samir Ajanovic van Goudappel. “Tegelijkertijd zien we dat ook gemeenten steeds meer het belang van de voetganger inzien, maar nog zoekende zijn naar hoe ze dit vervolgens moeten aanpakken.”
Binnenstad versus woonwijk
Ajanovic is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het loopstromenmodel. “We zijn begonnen met de basis, het onderscheiden van functies en bepalen hoeveel mensen ergens te voet op af komen.” Een drukke binnenstad kent vanzelfsprekend meer functies dan een rustige woonwijk, denk bijvoorbeeld aan werken, winkelen en onderwijs. Naast de basis baseert het Loopstromenmodel zich ook op gegevens van het Nederlands Verplaatsingspanel (NVP), een initiatief van DAT.mobility, Verian/Kantar Public en Mobidot. “Daarin zitten data over reisgedrag en dit biedt inzicht in waar mensen lopen. We zien daarin bijvoorbeeld ook welke invloed beleving heeft op de routekeuze, zo zijn routes langs het water en door het groen vaak drukker dan parallelle routes.”
Basis voor een voetgangersnetwerk
Het Loopstromenmodel geeft vooral een algemene indruk over hoeveel voetgangers zich over de wegvakken verspreiden, geeft Ajanovic aan. “Het model geeft inzicht in hoeveel voetgangers ergens lopen en is daarmee een praatstuk bij het ontwikkelen van beleid. Het geeft bijvoorbeeld aan welke hoofdroutes te onderscheiden zijn, wat weer een basis legt voor het definiëren van een voetgangersnetwerk.” Daarnaast geeft het model informatie over het motief van de voetgangers, bijvoorbeeld wonen of onderwijs. Ook kan het model gebruikt worden om toekomstscenario’s inzichtelijk te maken. “Je kunt het dan gebruiken voor gebiedsontwikkeling”, geeft Ajanovic aan. “Nu is het vooral handig om te kunnen bepalen waar je zou kunnen beginnen met investeren om je loopnetwerk kwalitatief te verbeteren. Het wordt makkelijker om prioriteiten te stellen, welke looproute ga je als eerst aanpakken?”
Een belangrijk onderdeel hierbij is wat Ajanovic betreft de toegankelijkheid. “Bij het optimaliseren van je loopnetwerk moet je rekening houden met bijvoorbeeld ouderen, kinderen, mensen met een visuele of auditieve beperking of mensen in een rolstoel. Iedereen heeft anderen wensen. De zwakste schakel in je netwerk bepaalt uiteindelijk de toegankelijkheid van de hele route.”
Voorspellende gave
De voorspellende gave van het Loopstromenmodel door middel van toekomstscenario’s wordt de komende tijd verder geoptimaliseerd. Zodat het model niet alleen gebruikt kan worden bij gebiedsontwikkeling, maar ook als adviserend element bij netwerkaanpassingen, bijvoorbeeld een straatafsluiting. “Om hiertoe te komen hebben we nog meer data nodig. Concrete voetgangerstellingen uit heel het land zouden het model nog beter kunnen maken.”
Samir Ajanovic is adviseur parkeren & locatieontwikkeling bij Goudappel. Voor meer informatie kun je mailen naar sajanovic@goudappel.nl