Iedereen is afhankelijk van lopen om aan zijn vervoersbehoeften te voldoen. In beleid wordt de voetganger echter vaak als één doelgroep gezien, bestaand uit gezonde, vitale mensen. Terwijl de voetganger juist heel divers is. Wanneer je met die bril naar de inrichting van voetgangersgebieden kijkt, kom je wellicht tot andere keuzes. Welke dat kunnen zijn onderzocht Noa Hamacher in haar masterscriptie.
Inclusieve voetgangersgebieden: kijk naar diversiteit van de doelgroep
Noa Hamacher deed haar onderzoek naar inclusieve voetgangersgebieden in het kader van de studie Landschapsarchitectuur & Planning aan de Wageningen University. De aanleiding was een situatie in haar woonplaats Utrecht, station Vaartsche Rijn om precies te zijn. “In de plaatselijke krant stond dat voetgangers en fietsers elkaar stevig in de weg zitten doordat geparkeerde fietsen op de stoep staan. Ik vond dat interessant, omdat het laat zien dat voetgangersgebieden als flexibel worden gezien en daarom vaak worden gebruikt als ‘restruimte’ voor andere doelen. Hoe zorgen we ervoor dat voetgangersgebieden meer status krijgen?” Voor haar onderzoek toog Hamacher naar Oslo. “Opvallend is dat Noorwegen al sinds 2012 een nationaal loopbeleid heeft en dat al sinds 1997 een Universal Design Principle geldt. Door dit principe zie je dat toegankelijkheid in Noorwegen echt is geïnstitutionaliseerd. Hoofdstad Oslo heeft de ambitie om de stad meer leefbaar te maken, dit is gedaan door de auto zo ver mogelijk terug te dringen, niet alleen in het centrum maar ook in buitenwijken. Dit heeft geleid tot meer en een aantrekkelijkere ruimte voor de voetganger.
Hamacher vergeleek de situatie in Oslo met die in Nijmegen, een gemeente die echt werk maakt van een toegankelijke fysieke leefomgeving, maar nog niet zo ver is als Oslo. De aanbevelingen die Hamacher doet in haar scriptie zijn echter redelijk algemeen van aard, en dus ook door andere gemeenten te gebruiken. Deze hebben betrekking op toegankelijkheid, participatie en institutionalisering. “Wanneer ruimte schaars is, kijk dan welke vorm van mobiliteit op een locatie het meest logisch is. Houd rekening met de diversiteit van de voetganger en bewoners, omwonenden en hulpdiensten. Zorg voor een systeemgebaseerde strategie om inclusieve voetgangersgebieden te bevorderen.” Tot slot adviseert Hamacher om maatregelen goed te evalueren. “Een goed evaluatie-instrument mist nog, helaas.”