Blog: Allemaal naar de wereld van Peter Stuyvesant
Door Maarten de Lange - Kenninsinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM)
“Peter Stuyvesant – the international passport to smoking pleasure! ” In de bekende reclamecampagne uit de jaren zeventig en tachtig verbeeldden mooie vrouwen en snelle vliegtuigen de lokroep van het avontuur. Sigarettenmerk Peter Stuyvesant positioneerde zich door de koppeling met internationale vliegreizen naar exotische bestemmingen als het sigarettenmerk voor de happy few .
Bron figuur 1: passagiersbewegingen en bbp per capita
Sterke groei passagiersaantallen
Sinds Peter Stuyvesant zijn commercial uitbracht, is er veel veranderd in de luchtvaart. Het aantal vliegbewegingen van Nederlanders van en naar Schiphol steeg van vijf miljoen begin jaren negentig naar ruim 11,5 miljoen in 2015. De passagiersaantallen vanaf kleinere luchthavens (zoals in Eindhoven) komen hier nog eens bij. Zoals figuur 1 laat zien is er een sterke samenhang tussen de ontwikkeling van het aantal vliegbewegingen en het inkomen per hoofd van de bevolking.
Bron figuur 2: KiM-enquête
Zijn de happy few uit de tijd van de Stuyvesant-commercial nog steeds de enigen die vliegen? Het KiM heeft in 2013 onderzoek gedaan naar de vlieggeneigdheid onder de Nederlandse bevolking. Hieruit bleek dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders weleens vliegt; slechts 15 procent geeft aan vrijwel nooit te vliegen (figuur 2). Vliegen is tegenwoordig dus breed verspreid in de samenleving.
Naast de stijging van het inkomen heeft ook de liberalisatie van de luchtvaartmarkt een grote rol gespeeld bij de toename van het luchtverkeer. Hierdoor konden luchtvaartmaatschappijen eenvoudiger met elkaar concurreren op ticketprijzen en op bestemmingenaanbod. Voor passagiers betekende dat goedkopere tickets naar meer bestemmingen, wat de aantrekkelijkheid van vliegen vergrootte. Twee mijlpijlen in deze liberalisatieslag waren de voltooiing van de interne Europese luchtvaartmarkt in 1997 en het Open Skies- verdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in 2007.
Voltooiing interne Europese luchtvaartmarkt
De voltooiing van de interne Europese luchtvaartmarkt heeft de opkomst van low cost carriers (LCCs) zoals Ryanair en easyJet mogelijk gemaakt. LCCs worden ook wel no frills -maatschappijen genoemd. Zij hebben het all inclusive- vliegproduct van vroeger volledig gestript. Passagiers betalen apart voor hun bagage en voor eten en drinken aan boord. De beenruimte is beperkt tot het wettelijk minimum; meer ruimte kan worden bijgekocht. Service en comfort zijn tegenwoordig een keuze.
Open Skies
Het Open Skies- verdrag betekende een grote verandering op de trans-Atlantische markt. Het maakte een eind aan alle tot dan toe gangbare afspraken tussen landen onderling, bijvoorbeeld naar welke luchthaven en met welke maatschappij gevlogen mocht worden. Duopolies waren hierin eerder regel dan uitzondering. Nederland was in 1992 het eerste Europese land dat een Open Skies -verdrag met de Verenigde Staten afsloot. Hierdoor kon KLM ongelimiteerd naar iedere luchthaven in de VS vliegen. Vice versa gold dat ook voor Amerikaanse maatschappijen: zij mochten ongelimiteerd naar Schiphol vliegen. Dit verdrag stimuleerde het Nederlandse luchtverkeer in de jaren´90 enorm. Andere landen volgden en in 2007 werd een Open Skies- verdrag tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie van kracht.
De wereld van Peter Stuyvesant binnen handbereik
Tegenwoordig komt vliegen niet meer uitsluitend voor in reclames voor de happy few , maar in commercials waarin jan en alleman wordt aangespoord om een zonvakantie te vieren. Die verschuiving heeft alles te maken met de groei van de welvaart in Nederland en ontwikkelingen in de internationale luchtvaart. Ook New York, de plek waar de Nederlander Peter Stuyvesant tot 1664 bestuurder was, is daarmee voor de massa bereikbaar geworden.